w t r n o o d 5 3 Herinneringen van Nieuwerkerkers 9 Tentoonstelling over watersnoodramp in Raadhuis Herdenking watersnood op de tv en radio Wie maakte deze foto? "Dat luiden van al die klokken, dat is me altijd bijgebleven" "Trekkers uit Zevenhuizen waren te zwaar' WEEK 4, WOENSDAG 27 JANUAR11993 HET KANAAL Op maandag 1 februari is het veertig jaar geleden dat Zuid-West Nederland werd get roffen door een ramp. Een waters noodramp. Dijken braken door, polders overstroomden en er vielen slachtoffers. Geen tientallen, maar honderden. In Zee land was het leed het grootst. Maar ook in Nieuwerkerk brak de dijk door en beleefde de bevolking angstige momenten. Deze week blikken we terug op de gebeurte nissen tijdens de watersnoodramp in Nieuwerkerk met een aantal Nieuwerker- kers die het van nabij meemaakten. Allen herinneren zich bijvoorbeeld het krachtda dige optreden van wijlen burgemeester J.C. Vogelaar tijdens de ramp. Het verhaal van en over hem en van andere hoogwaar digheidsbekleders uit die dagen is ge noegzaam bekend en opgenomen in de an nalen van de geschiedenis. Het leek ons daarom een aardig uitgangspunt om hier de 'gewone mensen' aan het woord te laten. Mensen die op de achtergrond hun werk deden. Mensen die opdrachten kre gen. Zandzakken sjouwen om het gat in de dijk te dichten bijvoorbeeld. Of: de dijk controleren op zwakke plekken. Natuurlijk vormen de persoonlijke herinne ringen van deze enkelingen slechts een deel van het 'totale verhaal' over de ge beurtenissen tijdens de Watersnoodramp in Nieuwerkerk. Dat kan ook moeilijk an ders, gezien de beperkte ruimte. Maar we hopen met het weergeven van de verhalen van een aantal ooggetuigen de geschiede nis te laten herleven, voor hen die het mee maakten en voor hen die het alleen van 'ho ren zeggen' of 'uit de boeken' hebben. NIEUWERKERK A/D IJSSEL - Aan de herdenking van de watersnoodramp van 1953 wordt ook door de gemeente Nieuwerkerk volop aandacht besteed. Zo is van 2 tot en met 11 februari in het Raadhuis een tentoonstelling te bezichtigen onder de titel '40 jaar na de stormnacht'. De expositie, gevuld met onder meer foto's en ander illustratiemateriaal, is op werkdagen te be kijken van 9.00 tot 17.00 uur. Op de dinsdagen 2 en 9 februari kunnen liefhebbers zelfs tot 20.00 uur in het Raadhuis terecht. Op zaterdag 6 februari is de tentoonstelling van 12.00 tot 16.00 uur te bezichtigen. Komende maandag, 1 februari, wordt landelijk via de media aan dacht besteed aan de herdenkingsplechtigheden rond de Watersnoodramp van 1953. De NOS zendt rechtstreeks uit vanaf Schouwen-Duiveland. Landelijk is ook het radioprogramma van Omroep Zeeland te horen, dat duurt van zeven uur 's ochtends tot zes uur 's avonds. In Oude Tonge op Schouwen-Duivenland wordt maandag een nationale herdenking georganiseerd, die wordt bijgewoond door Koningin Beatrix en een grote kabinetsdelegatie. Tijdens de uitzending hiervan op televisie worden ook historische beelden vertoond en vinden gesprekken met ooggetuigen plaats. In het nationale herdenkingsboekje 'De Ramp', dat in 1953 werd uitgegeven, lezen we weinig terug over de gebeurte nissen aan de Hollandsche iJssel tijdens de nacht van 31 ja nuari op 1 februari en daarna. "En kritiek is het ten slotte voorat bij de Schielandse Hoge Zeedijk geweest, bolwerk van heel het centrum van ons land. Vloedplanken in deuren en vensters hebben het opgezweepte water uit de diep liggende groene polders gehouden," lezen we op de één na laatste pa gina van het boekje en elders in dit - vooral dankzij het foto materiaal - toch zeer indrukwekkende werkje wordt in drie re gels de dijkdoorbraak bij Ouderkerk afgedaan en vaag gewag gemaakt van 'een haastig gedichte bres' in de Schie landse Hoge Zeedijk, 'die het hart van Nederland en drie mil- lioen mensen beschermde'. Niets dus over de dijkdoorbraak bij Nieuwerkerk... Toch werd juist in Nieuwerkerk een nóg grotere ramp voorko men. Vijfentwintig jaar geleden reconstrueerde Nieuwerker- ker Rob Koornwinder voor hét toen verschijnende Nieuws blad voor IJssel- en Lekstreek de gebeurtenissen rond de dijkdoorbraak bij Klein-Hitland. Daar begaf in de stormnacht van zaterdag op zondag om ongeveer 5.30 uur de Groenen dijk het. Mede dankzij de inmiddels lokaal beroemde daad van schipper Evegroen, die zijn schip in de dijk voer en daar mee het gat in de dijk dichtte, werd voorkomen dat het laag gelegen gebied tussen Rotterdam, Leiden en Amsterdam on- derstroomde. Onder de kop 'Februari-ramp had dubbele gevolgen kunnen hebben' verhaalt Koornwinder over de in zet van Nieuwerkerkers, Capellenaren, Moordrechtenaren en Zevenhuizenaren, die hebben gewerkt aan het behoud van Schielands Hoge Zeedijk, die tussen Nieuwerkerk en Ca- petle bekend staat als de Groenendijk. Zij hebben door het dichten van de dijk met honderden zandzakken mede voor komen dat Zuid-Holland grotendeels onder water liep. Over de gebeurtenissen rond deze dijkdoorbraak leest u op deze pagina's. Maar er was nog een dijkdoorbraak. Bij Ver-Hitland. Het verhaal over die dijkdoorbraak is altijd wat onderbelicht gebleven, maar komt in dit kader ook ruimschoots aan bod. Een foto van het dichten van het gat in de Schielands Hoge Zeedijk met behulp van een schip, de Twee Gebroeders van Arie Evegroen. In het midden, uiterst rechts van de rij, staat de (inmiddels overleden) heer Radder. Niet bekend is echter, wie deze foto nam. Weet u het misschien? De familie Radder zou er in elk geval erg blij mee zijn dat te weten. Mevrouw Radder: hoogzwanger en haar man een hele dag kwijt! De watersnoodramp van '53 blijft de één beter bij dan de ander. Mevrouw Radder uit Nieuwerkerk behoort tot de eerste categorie. Immers, zij was al zeven maanden zwanger van haar eerste kind, zoon Alewijn. Vandaar dat ze de rampnacht van 31 januari op 1 fe bruari nooit zal vergeten. "Ik was vreselijk bang. Het was tenslotte m'n eerste kind en ik wist niet wat te doen," blikt ze terug. "Mijn man heb ik een hele dag niet gezien!" "De avond voor de ramp zijn we nog op visite geweest bij m'n schoonouders. Die woonden aan de Bermweg, waar nu de Beatrixstraat is. Het waaide toen al verschrikkelijk hard en mijn schoonvader zei nog tegen ons: 'Pas maar op en ga niet te laat naar huis, want het gaat van nacht vreselijk tekeer'. We woonden destijds nog op de Kerklaan, dus het was gelukkig niet zo ver lopen, 's Nachts sch rok ik wakker van luidende kerkklokken. Logisch, dacht ik eerst nog. Het was zon dag en dus moesten we naar de kerk. Maar toen ik naar buiten keek was het nog pikdonker. 'Dan is er wat aan de hand,' zei Henk, mijn man, en meteen sprong hij het bed uit. Hij heeft zich aangekleed, een oude jas uit militaire dienst en een paar laarzen aangetrokken en weg was-ie. Alle mannen werden opgeroepen om zich te verzamelen, ik dacht bij het oude Raad huis. Ze moesten allemaal zoveel moge lijk scheppen meebrengen. Henk is de volgende nacht pas thuisgekomen, hij heeft me later alles verteld. Dat-ie heeft meegeholpen met dat schip voor de dijk te leggen. Tot aan z'n middel heeft-ie in het water gestaan, was bevroren van de kou." "Zelf heb ik de ramp op een heel andere manier beleefd. Ik was zeven maanden zwanger en ik wist absoluut niet wat te doen. De meeste telefoonlijnen waren verbroken, dus ik kon ook mijn ouders, die in Moordrecht langs de dijk woonden, niet bellen. Ik wist niet hoe het met hen was en omgekeerd. Dat was verschrikkelijk, die onzekerheid. Ik heb toen bij de familie Muyt mogen bellen en gelukkig was er met mijn ouders niks aan de hand. De dag erop ben ik met de bus naar Moordrecht gegaan. Ik herinner me nog dat de heie woonkamer van mijn moeder volhing met waslijnen. Die had ze gespannen om de gordijnen van de overburen, waar het huis wel onder water stond, te drogen." "Wat me altijd is bijgebleven, is dat luiden van al die kerkklokken tegelijk. Dat ver geet ik nooit meer. Als er tegenwoordig een klok begint te luiden, loop ik gauw weg. Dan komt het weer een beetje naar boven: de stilte op straat, de wagens met de tientallen zandzakken, de paniek. Want stel je voor dat de mannen het gat niet hadden kunnen dichten, dan was heel Nieuwerkerk ondergelopen. Maar verder denk ik niet zo vaak meer aan de ramp, 't is al zo lang geleden. Ik zou alleen zo graag die originele foto hebben van het werk aan de dijk. Daar staat mijn man nog op." Veehouder Reijm reed zandzakken: "Als ik het nu nog eens moest doen, deed ik het niet meer. Het heeft de hele ochtend geplensd. Ik was tot het hemd toe nat." Dat zegt oud-veehouder L.T. Reijm (84) uit de 'Ringstaete' over het werk aan de Schielands Hoge Zeedijk in de rampnacht. Toch praat hij ook over het gejuich dat in 1953 opging toen het gat in de dijk werd gedicht. "Dat geluid blijft me bij. Een machtig iets voor gewone mensen." Reijm boerde aan de Hoofdweg 36 en had die bewuste zondagmorgen het vee verzorgd, toen Piet van der Linde langs kwam. Hij vroeg of de boer zand wou rij den met zijn trekker. "Ik was nog de enige aan de Hoofdweg die een trekker had," zo licht Reijm toe. Aan zand was geen ge brek, zo bleek. Rijkswaterstaat had langs de Hoofdweg zand liggen om de rijksweg te verbreden. "Daar lee een berg zand! De bult was na de ramp nóg niet op!" weet de heer Reijm zich te herinneren. Zandauto's konden het zand echter niet verder bren gen dan de steenfabriek op Klein-Hitland. Verder was de Groenedijk niet verhard, dus het was maar goed dat Reijm een wat lichte trekker had: er konden zestien zak ken zand op de opgelegde wagen. "Ik heb de IJssel nog nooit zo breed gezien. Terwijl het water al over de grasmat spoel de, heb ik zeker tien vrachten van Hitland naar het gat gereden," aldus de ex-vee houder. Het gat, met een lengte van tien meter, ontstond vanaf de binnenkruin van de dijk. "In dat gat stond Seele, een knecht van boer Segers, met een touw om z'n middel de zakken op de hiel van de dijk te stapelen. Dat vergeet je nooit. Ik zie ook bloemist Willem van Krieken nog met een schoolmeester samen een zware zandzak slepen." Binnendijks had de waterstroom al enkele bomen ontworteld. "Die grote bouwboe- ren uit Zevenhuizen kwamen met veel bombarie met hun grote wagens aan. Die bleken te zwaar geladen te zijn voor de grasdijk. Hun lading is toen wel benut om de binnenberm te vullen," vertelt de heer Reijm verder. Tot drie uur in de middag reed hij zand. Vervolgens dronk hij een kop warme thee bij machinist Van Vliet van het poldergemaal. Burgemeester Vo gelaar kwam langs en verbaasde zich er over dat de mannen bij het gat geen eten hadden gekregen. Er was toch immers zoveel besteld. "Dat was allemaal opge geten op Hitland, waar nog auto's konden komen en veel meer mensen waren. Vo gelaar schrok en maakte het gauw goed," zo herinnert Reijm zich ook. Volgens hem is het schip pas tegen de dijk gezet toen het gat al met zandzakken was gedicht en de druk aan de Nieuwerkerkse kant van de dijk al was verminderd, als gevolg van de doorbraak aan de overkant bij Ouder kerk. Men vond de actie wel nodig, omdat de plek zwak bleef en het eind van het barre weer nog niet in zicht was. Ook de trekker van Reijm hielp mee om het schip dwars tegen de dijk te krijgen, in plaats van met de kop in het gat. Om het schip vervolgens te laten zinken haalde men snijbranders bij de carosseriefabriek van Paul Van Weelde aan de 's- Gravenweg. Achterin de middag reed Rei jm terug naar de Hoofdweg. De koeien wachtten weer... Een evenwichtig beeld van de ramp kwam pas later. Het overzicht van de gedichte stroomgaten, dat op 15 april 1953 aan de Minister van Verkeer en Waterstaat aan de Tweede Kamer werd verstrekt, ver meldde bovenaan: "1 februari - Nieuwer kerk aan den IJssel (Schieland)"...

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - diversen | 1953 | | pagina 9