Troost voor hen, die geliefden verloren hebben te aanschouwen, en te onderzoeken in Zijn tempel. Want Hij versteekt mij in Zijn hut, ten dage des kwaads; Hij verbergt mij in het verborgene Zijner tent; Hij verhoogt mij op een rotssteen. Ook nu zal mijn hoofd verhoogd worden boven mijn vijanden, die rondom mij zijn, en ik zal in Zijn tent offeranden des geklanks offeren; ik zal zingen, ja, psalm zingen de HeereZo ik niet had geloofd, dat ik het goede des Heeren zou zien in het land der levenden, ik ware vergaan. Wacht op de Heere, zijl. sterk en Hij zal uw hart versterken, ja, wacht op de Heere." (Ps. 27 1-6; 13 en 14). „Tot een onverderfelijke en onbevlekkelijke, en on- verwelkelijke erfenis, die in de hemelen bewaard is voor u, die in de kracht Gods bewaard wordt door het geloof tol de zaligheid, die bereid is om geopenbaard te worden in de laatste tijd. In welke gij u verheugt, nog een weinig tijds (zo het nodig is), bedroefd zijnde door menigerlei verzoekingen. Opdat de beproeving uws geloofs, die veel koste lijker is dan van het goud, hetwelk vergaat en door het vuur beproefd wordt, bevonden worde te zijn tot lof, en eer, en heerlijkheid, in de open baring van Jezus Christus; Dewelke gij niet gezien hebt, en nochtans liefhebt, in Dewelke gij nu, hoewel Hem niet ziende, maar gelovende, u onuit sprekelijk verheugt met onuitsprekelijke en heer lijke vreugde." (1 Petr. 1:4-7). „Vernedert u dan onder de krachtige hand Gods, opdat Hij u verhoge te Zijner tijd. Werpt al uw bekommernis op Hem, want Hij zorgt voor u." O Petr. 5 6 en 7). „Komt herwaarts tot Mij, allen, die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven; Neemt Mijn juk op u, en leert: van Mij, dat Ik zachtmoedig ben en nederig van hart; en gij zult rust vinden voor uw zielen." (Matth. 11 28 en 29). „Maar wie volharden zal tot het einde, die zal zalig worden." (Matth. 24 13). „Want onze lichte verdrukking, die zeer haast voorbijgaat, werkt ons een zeer gans uitnemend eeuwig gewicht der heerlijkheid; dewijl wij niet aanmerken de dingen, die men ziet, maar de dingen die men niet ziet; want de dingen, die men ziet, zijn lijdelijk, maar de dingen, die men niet ziet, zijn eeuwig." (2 Cor. 4 17 en 18) HULP AAN EEN KLEINE EVACUE IN DE AIIOY- HAL TE ROTTERDAM Dit meisje van ongeveer 5 jaar oucl, krvam alleen in de Ahoy-hal aan. Men wist: niet: of haar ouders nog leefden, of dal ze waren omgekomen. Een soldaat uit Den Haag gaf de kleine wat drinken. „Ik wil niet, dat gij onwetende zijt van degenen, die ontslapen zijn, opdat: gij niet bedroefd zijt, gelijk als de anderen, die geen hoop hebben. Want indien wij gelooven, dat Jezus gestorven is en opgestaan, alzoo zal ook God degenen, die ontslapen zijn in Jezus, wederbrengen met Hem. Want dat zeggen wij u door het Woord des Heeren, dat wij, die levend over blijven zullen tot de toekomst des Heeren, niet zullen voorkomen degenen, die ontslapen zijn. Want, de Heere Zelf zal met een geroep, met de stem des archangels, en met de bazuine Gods nederdalen van den hemel; en die in Christus gestorven zijn, zullen eerst opstaan; daarna wij, die levend overgebleven zijn, zullen te samen met hen opgenomen worden in de wolken, den Heere tegemoet, in de lucht; en alzoo zullen wij altijd met den Heere wezen. Zoo dan, vertroost elkander met deze woorden." (1 Thess. 4 13-18) 14

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - diversen | 1953 | | pagina 8