EEN VOORLOPIGE, KORTE VERKENNING Alleen: de zeer grote en op ve lerlei gebied verheugende voor uitgang van de techniek moet ,niet uit het oog doen verliezen, dat er ten opzichte van net weer, van de geweldige krach ten, die in de dampkring en op zee werken, tot dusver niets is uitgevonden. Dat komt over ons, zoals het kwam over onze voorvaderen tot in een ver voor geslacht! Wind en water, zoals hun natuur was en is en ook wel blijven zal, dienen getoetst. Geen strateeg begint een aanval zonder zo groot mogelijke kennis van de tegenpartij. Leren we dus eerst de les der ervaring van 1 Februari 1953 en speuren daarna rond in het rijk van de zee met de argusogen, een goed strateeg waardig. De Afsluitdijk ligt achter de schut tende wal der Waddeneilanden. Niet temin is de dijk ter hoogte van Nw. Amsterdams Peil 90 meter breed. En die breedte neemt onder water na tuurlijk toe. Boven die lijn van N.A. P. rijst de dijk tot een hoogte van 6.75 tot 7.5 m. De Afsluitdijken van Haringvliet, Brouwershavense Gat en Ooster - Schelde zouden het opgejaagde wa ter reeds uit de eerste hand krij gen. De vloed loopt hier veel hoger op. Voor de Afsluitdijk van het Veer- se Gat, dat wei een machtig water is, maar geen Ooster-Schelde, wordt een hoogte van 10 m. boven N.A.P. ge noemd. Wat ook de breedte dezer dij ken zou moeten zijn, in ieder geval zou de breedte onder water bij de hier bestaande grote diepten heel wat moeten toenemen. Bij het sluitgat van de Ooster-Schelde zou gerekend wor den op een capaciteit van 22 maal die van Kruiningen. Het is zeer wel mogelijk, dat de mo derne techniek dit bij enigszins be hoorlijk weer na ettelijke zware te genslagen tot stand kan brengen. En het zal bij mooi weer wel houden ook. De Zeeuwse visvrouw met haar viskar, vismanden en weegschaal is een fleurig en opmonterend ge zicht. Haar lachende mond, haar heldere oogopslag, haar verstandig gelaat, haar daadkrachtige houding werken daartoe mee. Het is bovendien een mooi stukje Zeeland. Is het dat zwarte jakje met de korte mouw tjes, is het de over de schouders geslagen doek, is het de om de hals geslagen beuk, anders van patroon en van kleur dan de doek, of die muts in de vorm van een schelp en dus ook met een gekartelde rand, of de mutsspelden met de gouden knoppen het zijn de op elkaar afgestemde delen, die aan het geheel zoveel bekoring geven. Die vrouw oefent haar beroep uit met een zwier, die weldadig aandoet. Zij is visvrouw van top tot teen, tot in elke vezel. Althans, zo lang zij kleur en gloed geeft aan haar bedrijf. Thuis zal zij huis vrouw, moeder zijn. Een verdwijnend type? Misschien, als alle fleur uit het menselijk bestaan moet worden weggevaagd. 7

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - diversen | 1953 | | pagina 5