79
naar 5 lijken en het ophalen der cadavers vanwege de ge
meente Woensdrecht plaats gehad.
Terstond na de doorbraken zijn de brandweer en de
gemeentewerklieden gealarmeerd en is een aanvang gemaakt
met het versterken van de meest kv/etsbare punten in de
dijken. Inmiddels werd in de kerken afgekondigd, dat arbei
ders en houders van vrachtauto's verzocht werden zich in
te zetten voor het behoud van de bedreigde gebieden. Mede
met behulp van de door de commandant van de vliegbasis
Woensdrecht spontaan en onmiddellijk beschikbaar gestelde
aanwezige militairen, konden de bedreigde punten voldoende
versterkt worden en is zodoende verdere uitbreiding van de
overstroming voorkomen.
Alarmering van de bevolking heeft niet plaats gehad, wijl
hiertoe geen aanleiding bestond. In de tot deze gemeente
behorende ondergelopen gebieden woonden slechts drie ge
zinnen en in de polders, behorende tot de gemeente Rilland-
Bath (Anna Mariapolder en Völckerpolder), voor zover de
reddingswerkzaamheden vanuit deze gemeente hebben plaats
gehad, waren 18 gezinnen woonachtig. Deze zijn, met uit
zondering van één gezin, door het snel opkomende water
verrast. In de loop van de dag is het echter mogen gelukken
alle personen uit hun woningen te redden. In laatstgenoemde
polder is een gezin, bestaande uit 5 personen, bij zijn pogingen
om zich in veiligheid te stellen, jammerlijk verdronken. Enige
dagen nadien zijn de lijken geborgen.
Het aantal evacué's, in hoofdzaak afkomstig van de ge
meente Rilland-Bath, heeft ruim 225 bedragen. Grotendeels
hebben deze een onderdak gevonden bij familie en kennissen.
De overigen zijn gedurende de eerste week ondergebracht
in het patronaatsgebouw. De voedselvoorziening werd ver
zorgd door de militaire keuken van de vliegbasis.
Onder leiding van de maatschappelijk werkster is daags
na de ramp een kledinginzameling in deze gemeente gehou
den. Het resultaat hiervan was voldoende om in de aller
noodzakelijkste noden te voorzien.
De berging en afvoer van cadavers heeft, de bijzondere