55
wind uit westelijke tot noordwestelijke richting rekening
moest worden gehouden. Met man en macht is toen weer
gewerkt aan de dijkversterkingen, zowel door brandweer
personeel als door militairen. Gelukkig bleek de wind zeer
mee te vallen. Intussen werden door militairen van het
Regiment Stoottroepen in nauwe samenwerking met de
Provinciale Waterstaat, en een 50-tal DUW-arbeiders de
beschadigde dijken provisorisch hersteld. Zondag 8 Februari
konden de militairen deze gemeente weer verlaten.
Met veel waardering mag worden getuigd van het vele
werk van de Rijkspolitie van de Groep Capelle; in overleg
met de burgemeester werd de groep versterkt tot 18 man.
Al deze politiemannen hebben zeer nuttig werk verricht.
Teneinde plundering van de ontruimde woningen zoveel
mogelijk tegen te gaan, werd het gedeelte van de dijken, waar
die woningen zijn gelegen, geheel door de politie afgezet.
Iedereen is toegang geweigerd, behalve inwoners, die nog
iets uit hun woning wilden redden, doch deze kregen strenge
opdracht, dat zij zich uitsluitend naar hun eigen woning
mochten begeven, terwijl dit werd gecontroleerd. Er zijn geen
klachten over diefstal e.d. binnengekomen. Ongewenste
belangstelling werd tijdens de rampdagen geweerd.
Op Woensdag, 4 Februari 1953, is een inzameling van
goederen gehouden.
Van het Opbouworgaan te Tilburg werden ten behoeve
van geëvacueerden op eerste aanvrage 100 dekens en 10
bedden ontvangen, daar op de evacuatie-adressen, niet
tegenstaande grote bereidheid evacué's op te nemen, niet
voldoende dekens en bedden aanwezig waren.
STANDDAARBUITEN.
Op Zondag 1 Februari 1953 des voormiddags tussen 9 en
12 uur zijn door het snel opkomende water in de rivier de
Mark ondergelopen:
De Galgengorzen, de Molengorzen, de Plaatgorzen, de