54
naar veilig gelegen boerderijen in de gemeente overgebracht.
Zo spoedig mogelijk heeft de burgemeester opdracht
gegeven tot aanvoer van zakken zand, waarvoor direct
verschillende vrachtrijders werden ingeschakeld. Militairen
plaatsten de zandzakken op de meest bedreigde punten. Nadat
de evacuatie van de bewoners en vee van de bedreigde dijken
was beëindigd, kon het personeel der vrijwillige brandweer
van Sprang-Capelle ook hieraan meehelpen.
De aangetaste gedeelten van de dijken werden met zand
zakken beschermd. Ook werden zandzakken aangebracht bij
openingen in keermuren, terwijl een gedeelte van de te hulp
gesnelde militairen en het brandweer- en gemeentepersoneel
van Loon op Zand gedirigeerd werden naar het bedreigde
punt in de Waspiksedijk, op de grens van Waspik en Sprang-
Capelle, bij de zgn. Vrouwkesvaart, waar de dijk gevaarlijk
was uitgeschuurd en ingezakt.
In de nacht van Zondag op Maandag is ook de situatie
aan de dijk tussen Sprang-Capelle en Waalwijk (bij van
Heumen) nog zeer kritiek geweest. Zou men niet de beschik
king over militaire bijstand gehad hebben, dan ware een
dijkdoorbraak zeer moeilijk te voorkomen geweest. Zondag
avond laat werd ook de wind iets gunstiger en eerst toen
kon men zeggen, dat men de toestand meester was.
Veel water stroomde nog de Binnenpolder van Sprang
binnen door een sluis onder de Winterdijk. Waarschijnlijk
hebben onbevoegden, die de schuif van de sluis wilden slui
ten, deze juist open gedraaid. Toen de sluiswachter de schuif
wilde sluiten, bleef deze voor nog ongeveer 10 cm openstaan.
Maandag, 2 Februari 1953, zijn schotbalken voor de sluis
gesteld en is de sluiskom vol gegooid met zandzakken om de
schuif af te sluiten.
Op Maandag, 2 Februari 1953, is door de politie en
militairen een onderzoek ingesteld hoe het was met de
bewoners bij het Capelseveer, waarover men Zondag zeer
ongerust was geweest doch die men niet had kunnen be
reiken. Hier werd alles in orde bevonden. Woensdagmorgen,
4 Februari 1953, kwam het bericht, dat weer met zeer sterke