46
De bewoners van de Noordpolder zagen het gevaar aan
komen en hadden de tijd om met eigen krachten, bijgestaan
door hun knechts have en goed te redden.
Ook de bewoners van de Zuidpolder waren gedurende een
paar uren nog bereikbaar met wagens en op lieslaarzen. De
redding van have en goed had plaats onder leiding van de
bewoners zelf met hulp van knechts en vele toegesnelde vrij
willigers. Met uitzondering van één boerderij vlak bij de dijk
breuk kon zeer veel of alles worden gered. Direct gevaar voor
mensenlevens was hierbij niet aanwezig, ofschoon van bedoel
de boerderij veel vee verdronken is.
Hetgeen voor de Zuidpolder gold, geldt ook voor de Nieuwe
Hinkelenoordpolder.
Van de bewoners van de Nieuwe Zuid- en van de Vijdt-
polder echter was niets bekend. Deze zaten geheel geïsoleerd
en tot het dak in het water.
Terstond van af 6.30 uur werd telefonisch om assistentie
en technische hulpmiddelen (motorboten) gevraagd bij ge
meentepolitie van Bergen op Zoom, Garnizoenscommandant
aldaar, Corps Commandotroepen te Roosendaal en de Cul
tuurtechnische Dienst te Breda, alles tevergeefs, omdat de
ramp van grote omvang bleek te zijn.
Alleen een paar roeiboten konden verkregen worden van
Bergen op Zoom, die opgehaald werden doch niet doeltreffend
bleken te zijn bij deze stormwind en stroming. Vervolgens
werden pogingen in het werk gesteld om boten in België te
krijgen met het eveneens povere resultaat van één roeiboot.
Ondertussen echter had het Hoofd van de B. B. een motor
bootje van een plaatselijke visser ingezet in de Nieuwe Zuid-
polder en in de Vijdtpolder. De bewoners van de 2 boerderijen
in de Nieuwe Zuidpolder konden gered worden met dit bootje.
De havenmeester echter kon wegens de stroming en de wind
niet bereikt worden met de motor en zeker niet met de Belgi
sche roeiboot, waarmede ook nog een poging gewaagd werd.
Toen de burgemeester tezamen met militairen via Woens-
drechtse en Bathse dijken het havenhuis had bereikt, bleken de
havenmeester en zijn gezin al door familieleden te zijn gered.