34
In opdracht van de burgemeester is door personeel der
Rijkspolitie het gehele lager gelegen gedeelte van het dorp
Drimmelen naar het hoger liggende deel geëvacueerd, terwijl
eveneens patrouilles zijn uitgezonden naar het in de polder
liggende gehucht Oud-Drimmelen en de aldaar verspreid
staande boerderijen, teneinde de bewoners op het gevaar op
merkzaam te maken en te gelasten wacht te lopen. Directe
evacuatie scheen niet noodzakelijk, doch de polderwachten
werd aangezegd, bij eerste gevaar de bewoners te doen evacu
eren naar Made.
Gedurende deze periode bereikten de burgemeester onder
scheidene oproepen (telefonisch) om hulp uit het zuidelijk
gedeelte van de Brabantse Biesbosch. In verband met de storm
en de hoge zeegang was het onmogelijk in de donkere nacht
schepen uit te zenden.
Te ongeveer 2.30 uur begon de binnendijk (de zogenaamde
Batterij) te Drimmelen over te lopen. Onmiddellijk zijn hier
zandzak-keringen gelegd, waardoor werd voorkomen, dat
groot onheil werd aangericht. Slechts werden hier en daar
een zes-tal gaten in het tussen de woningen gelegen wegdek
geslagen.
Daar het water, in verband met de gedeeltelijk gereed zijnde
hoge bandijk langs de Amer, hier de grootste kracht had ver
loren, is groot onheil voorkomen.
Slechts het noordelijk gedeelte van de Emiliapolder is door
dit overlopend water geïnundeerd, zonder dat grote schade is
aangericht.
Intussen was eveneens het bestuur van de Emiliapolder aan
wezig, waarmede de inzet van polderwachten is geregeld.
In de loop van de vroege ochtend en de voormiddag van
1 Februari zijn verschillende pogingen in het werk gesteld, per
politieboot uit de haven te komen en de Biesbosch te bereiken
teneinde de daar aanwezige bevolking te evacueren. Door
storm en hoge zeegang was uitvaren uit de haven onmogelijk.
In de middag van 1 Februari dreigde het gevaar van een
andere zijde.
Door de dijkgraaf van de Emiliapolder werd te ongeveer