29
op te houden in het noodgebied. Het bergen van aangespoelde
of drijvende voorwerpen geschiedde van gemeentewege en
was aan particulieren verboden.
Zwervende honden en katten werden opgeruimd.
Gevallen van plundering of diefstal zijn niet geconstateerd.
KLUNDERT.
Ongeveer 1 uur in de nacht van Zaterdag 31 Januari op
Zondag 1 Februari 1953 heeft de burgemeester de dijkgraaf
van het waterschap Niervaert, alsmede de gemeente-secretaris
en de gemeente-architect gealarmeerd. Te zelfder tijd heeft
de burgemeester de telefoondienst in Klundert doen waar
schuwen en gevraagd de telefoon ook gedurende die nacht
open te stellen. Nadat de dijkgraaf gekomen was en de peil
schalen had geraadpleegd, vond hij de toestand ernstig, maar
achtte hij nog geen reden aanwezig de bevolking te doen
alarmeren.
De dijkgraaf verzocht wel 30 man te leveren om aan de
dijken te werken. Direct heeft de burgemeester brandweer
mannen uitgezonden om deze 30 man te halen. Onder toezicht
van de opzichters der domeinen hebben deze mensen een poos
gewerkt; ze zijn ongeveer half zes terug gekomen daar het
water met grote kracht over de Buitendijk stroomde en er niet
meer kon worden gewerkt.
Ongeveer half vijf (uiterlijk vijf uur) was de dijk op enkele
punten tussen Noordschans en Moerdijk, derhalve in het oos
telijk deel der gemeente bezweken. Eerst ging de stijging van
het water zeer snel, later langzamer tot de vloed ongeveer half
zes ook de bebouwde kom in Klundert bereikte.
Om ongeveer half zes brak ook de dijk in het westelijk deel
der gemeente door n.l. tussen Noordschans en Tonnekreek.
Daarop was de vloedgolf snel in en om het raadhuis, dat
ongeveer 1.80 m onder water kwam te staan.
Vóór half vijf had het water reeds Moerdijk overstroomd
tengevolge van twee grote gaten in de dijk aldaar. Reeds eer
der had de burgemeester het besluit genomen, tot alarmering