26
In Hooge- en Lage-Zwaluwe bestond in de rampnacht geen
bijzondere beduchtheid; men kende het water en vertrouwde
op de dijken; op de laagst gelegen plaatsen werden de
bewoners wel in de eerste uren van de nacht gewaarschuwd
en werd vee en have in veiligheid gebracht.
Toen de dijk het om 4 uur bij de Nieuwe Zwaluwe
Polder en om 8.30 uur bij Schuddebeurs begaf, liepen de
polders aan weerzijden van Lage-Zwaluwe snel onder en
bleef practisch alleen de dijk door het dorp boven water,
hoewel de golven er overheen sloegen. Toen als gevolg hier
van gaten in deze dijk geslagen werden, was Lage-Zwaluwe
eveneens volledig geïsoleerd.
In Hooge-Zwaluwe kwamen de moeilijkheden later in de
morgen van de le Februari; de huizen, die niet op dijkhoogte
lagen, stonden ongeveer 6 uur 's morgens al gedeeltelijk
onder water, doch de situatie liet zich niet dreigend aanzien
tot 10 uur toen de Grote Zonzeelsche Polder volstroomde.
Des avonds stroomde ook de Kerkdijk over, was de ver
binding met Wagenberg verbroken en stortte de duiker bij
de Helkantsedijk in, zodat de gehele gemeente van de buiten
wereld was afgesloten.
Van de zijde van het gemeentebestuur waren tot 9 uur
in de morgen van 1 Februari nog geen maatregelen getroffen,
met uitzondering van het beroep op militaire hulp door de
loco-burgemeester. Deze hulp was eerst gericht op het redden
van in hun huizen achtergebleven personen en het afvoeren
van zieken en ouden van dagen uit die gedeelten van het dorp,
die per auto niet meer bereikbaar waren. Op 3 Februari begon
men aan het herstel van de verbinding. Dit had tot resultaat,
dat de gaten in de hoofdweg konden worden gedicht. Het
belangrijkste daarbij was het slaan van een noodbrug bij de
Helkantsedijk, zodat een verbinding met de buitenwereld
voor autoverkeer mogelijk was. Deze maatregelen werden op
2 en 3 Februari getroffen.
In Moerdijk heeft de alarmering plaats gevonden door de
brandweer en door het luiden van de noodklok.
In Lage-Zwaluwe heeft de brandsirene geloeid, terwijl in