18
De afvoer van vee, voor zover nog mogelijk, geschiedde
in het begin op eigen initiatief. Later werden daarvoor door
de Plaatselijke Voedselcommissaris veewagens beschikbaar
gesteld. De organisatie was in handen van enige landbouwers,
die daarvoor door de burgemeester waren gevraagd.
De voeding van de achtergeblevenen (benodigd personeel)
geschiedde door de zorg van het Rode Kruis en/of militaire
keuken. Drinkwater werd gekookt, later waren tankwagens
met drinkwater beschikbaar.
De geëvacueerden zijn voorlopig van het nodige voorzien
in de verblijfsgemeenten. In Fijnaart zelf is het Rode Kruis
tot 11 Februari de kledinguitgifte blijven verzorgen. Nadien
is hiervoor de Vrijwillige Vrouwelijke Hulpverlening inge
schakeld.
Er zijn in totaal 75 burgerslachtoffers te betreuren. Op
15 Maart waren 55 lijken geborgen en geïdentificeerd. De
eerste dag spoelden reeds 16 lijken aan. Vanaf het begin is
naar lijken gezocht. Vanaf half Februari is een ploeg van
10 man dagelijks met dit werk bezig. De identificatie ge
schiedde aanvankelijk door de Rijkspolitie, later vanwege
het Ministerie van Justitie.
Een militair verdronk bij de hulpverlening op 1 Februari.
De berging van cadavers geschiedde aanvankelijk alleen
door militairen. Later werden ook burgerploegen ingezet
onder leiding van enkele veehouders. Eind Februari waren
alle cadavers geborgen en door de destructor uit Son afge
haald.
Aan de Groep Fijnaart der Rijkspolitie werd vanaf de
tweede dag na de watersnoodramp assistentie verleend door
een 25-tal Rijkspolitieambtenaren, merendeels afkomstig uit
het district Almelo, benevens door enkele leden van de
Verkeerspolitie uit den Bosch.
Op 3 Februari 1953 werd door de burgemeester een
verbod uitgevaardigd om zonder zijn schriftelijke toestem
ming gedurende de tijd van één uur na zonsondergang tot
één uur voor zonsopgang zich in of nabij de overstroomde
gebieden te bevinden.