12
Hollandse Polder) en vrijwilligers, waaronder de directeur
van gemeentewerken te Veendam. Op die dag is ook van
militaire zijde een veldtelefoon aangelegd tussen het ge
meentehuis te Dussen en de permanente post te Hank. Eind
van de week is grotendeels door het water per as de eerste
verbinding over de weg tot stand gekomen. Op Zaterdag
daaraanvolgende was de weg geheel vrij.
Op Zondagmorgen plus minus tien uur meldde zich een
sergeant met vijf manschappen van de Genietroepen te
's Hertogenbosch. Deze hebben in de eerste dagen uitstekend
werk gedaan bij het redden van mensen en vee uit boerde
rijen in de Zuid-Hollandse Polder.
Op Zondagavond meldde zich vermoedelijk naar aan
leiding van een radio-oproep een gemotoriseerde colonne
voor hulp bij evacuatie van mensen en vee. Vanaf Zondag
morgen vroeg zijn te Hank overvloedig pontonniers met
boten werkzaam geweest voor redding van mensen en vee.
Ook nadien is militaire bijstand verleend voor het onder
houden van veldtelefonen en radioverbindingen, voor ber
ging van cadavers en door een groot aantal manschappen
voor het dichten van dijken. Contact en samenwerking met
militaire commandanten hebben niets te wensen overgelaten.
Toen Zondag en Maandag vanuit Dussen geen contact
met Hank mogelijk was is aldaar door de directeur van
gemeentewerken uit Veendam met een 34-tal vrijwilligers
en een 100-tal studenten uit Tilburg met betrekking tot het
waterkerendmaken van dijken en andere werkzaamheden
belangrijk werk verricht. De bond van oud-stoottroepers
heeft de aanvoer van zandzakken verzorgd. Een expeditie
onderneming uit Aken en diverse vrijwilligers hebben even
eens voor transport van zand zorg gedragen.
In het algemeen is de reactie der bevolking op de genomen
maatregelen gunstig geweest. In 1944-1945 is de bevolking
eveneens geëvacueerd geweest. Tijdens de evacuatie is toen
veel geplunderd. Op grond van deze ervaring nam thans
de bevolking veelal de houding aan dat van elk gezin althans
iemand, meestal een man, in de gemeente moest blijven.