Nieuwenhcorn, 8 Februari) 1953.
li ev e Mo e der
Het is nu Zondagavond 8 uur. -*--.»»>
op bed en Jos is net ook weer weg gegaan naar de Groep in Helleboetsluis
om dekens te halen voor het detachement, dat" we vanmiddag gekregen heb
ben. Sr is n.i.-weer 12 man bijgekomen en er was al 10 man, dus we zit
ten niet zonder. Die 10 man zijn ondergebracht in Nw-Helvoet, maar doen
meest dienst hier in de gemeente Nieuwenhcorn aan het kanaal en deze zij
zijn ook speciaal voor dienst langs het kanaalAan de Slotbrug en de
IJzerehbrug worden nu vaste posten en die worden bezet"door die 12 man.
Als de vaste mensen zo vast zouden komen te zitten, dat zou te lastig
zijn. Die vreemden kennen hier de weg niet, dus die kunnen beter de vast
posten bezetten. De hulppolitie is ook volop in dienst, dus er zijn er
nu zoveel, dat we er geen raad mee weten. Die lui de pe in, want er is
werkelijk te veel en ze zijn natuurlijk ook liever thuis. Ze komen ge
loof ik allemaal uit Noord-Holland. Ze zijn allëmaal in de kost bij de
bruggen. We dachten, dat we er één zouden krijgén, dus dat gaat niet
door. We hebben nu niemand, want ook Hes of Arie is niet gekomen. Ze zij
toch allemaal liever bij hun eigen thuis en se konden het nu toch goed
redden. Ik was gisteren bij Kees van lien in de winkel gelijk met die
evacué en za kocht voor zichzelf een hand. Ze moest zich zeker ver schone:
Je zal toch zo komen te zitten. Je moet er toch diep medelijdén mee heb
ben en het is niet voor enkele dagen. Het gat in de Oudenhoornse Zeedijk
i-s nog niets aangedaan. Het is 50 meter breed en wel minstens 5 M. diep.
Jos is er van de week wezen kijken. De kleinere gaten wordt wel aange
werkt, maar de polders worden niet droog, voor het grote gat natuurlijk
dicht is. Ze kunnen er zo moeilijk bij en er moeten eerst zinkstukken
voor komen. Verder wordt alle aandacht geconsentreerd op het Yoornse
Kanaal om Voorne en dus ook ons droog te houden. Het weer is wat de wind
en windrichting betreft gunstig. De kou en sneeuw is afschuwelijk. Het
valt niet mee voor de dijkwerkers. Het is snerpend koud, want je staat
aan het Kanaal aan de kust eigenlijk. Er is nu vandaag wel een meter min
der water, door de wind. Dat blaast veel terug, maar het zegt verder
niets, want als een uur later de wind draait is alles weer terug. De
oostelijke kanaaldijk is reuze slecht. Er is tot gisteren toe één muur
van burgers en militairen aan het werk geweest, ook Engelsen. Allemaal
zandzakken en nog eens zandzakken. Iedereen weet* nu wel wat een zakje zal
is. Maar hij blijft reuze slecht en Na de stormwind van Woensdagavond,
die ook nog West was kwam het water op verschillende plaatsen al over de
dijk en liep dus in het kanaal. Als die dijk het begeeft is het Kanaal
zo vol, want de sluizen werken niet en slaat het water dus aan de west-
dijk, waarover we altijd rijden, weet U wel en moet die alles houden.
We hangen eigenlijk helemaal van het weer af. Nu hebben ze de oostdijk
verder laten varen en is er aan d„eze kant de laatste dagen voor kapita
len hout aangevoerd en'willen ze daar een hele kleiwand maken. Waterstaai
heeft nu de leiding in handen, dus zal het wel goed zijn. We zijn dan
ook niet zo ongerust, als het maar dit weer blijft. Er is 16 Februari
springvloed en als we het dan redden, zal alles wel goed blijven. Het
voornaamste is zo gauw mogelijk de Zeedijk dicht, zodat ze kunnen gaan
malen. De gemalen staan echter ook bijna helemaal onder dus werken velen
niet en zijn ze bij Hellevoetsluis al bezig aan een polder met allerlei
brandweerauto,s. Het is een tobben overal en het is te hopen, dat er nu
nergens brand komt. Woensdagavond, met die westerstorm zijn we alles gaar
ontruimen en dat deed practised iedereen. Het vee is bijna allemaal al
uit de polder of staat bij boeren op stal, die vlak aan de dijk wonen.
We hebben besproken bij Blok en kunnen terecht, We zouden eerst damen ko
men met Dirk Emmerzael, de a.s. schoonouders van Corrie, ook 4 personen,
dus het zou een volle bak zijn, maar die hebben nu het veel al bij fami
lie in den Briel en overnachten daar ook, voor het melken en zo en zijn
overdag weer thuis. Ze gaan dus dan in geval van nood naar den Briel en
wij alleen bij Blok. Alles staat boven op het logeerkamertje en het bed
is opgeslagen. Het is mudvol en ik zou nu ook eigenlijk niemand 'kunnen
nebben, maar we hadden een collega natuurlijk nlc-t kïSef IttgeAl endan