Vijftig jaar geleden werd Nederland opgeschrikt door de Watersnoodramp. Natuurlijk was ook het Rode Kruis van de partij om hulp te verlenen. Van alle kanten werden vrijwilligers en beroepskrachten opgetrommeld. Eén van hen was schrijver van het hiernavolgende verslag waarin zijn Belevenissen tijdens die dramatische februaridagen worden weergegeven. Op zondag 1 februari 1953 werden alle leden van de RKK-colonne Den Haag,door middel van een zogenaamd alarmering-telegram opgeroepen om zich met spoed in het colonne-gebouw aan de Pieter Bothstraat te melden.Door de radio-berichten waren de meeste colonne-leden al op de verzamelplaats gekomen,voordat zij het telegram hadden ontvangen.Op de verzamelplaats deed zich al direct een probleem voor nl.dat van de "voeding"immers op zondag zijn alle bakkerijen gesloten.Maar ook daarvoor werd op iets langere termijn een oplossing gevonden. RAMPGEBIEDEN Inmiddels had een groot aantal kleinere colonnes zich al snel op weg begeven in de richting van vermeende "rampgebieden"waardoor zeker in het begin de coördinatie van de hulpverlenin ver te zoeken was. Niettegenstaande het feit,dat velen van ons letterlijk stonden te trappelen om aan het werk te gaan,bleef onze colonneleiding (dokter De Ruiter en kolonel va Veen) wachten op instructies van hogerhand. Deze kwamen aan het einde van die dag en luidden: De gehele Mobiele Medische Eenheid dient zich beschikbaar te gaan houden in het Feijenoord- Stadion in Rotterdam.Direct daarna gingen wij op weg en op de plaats van bestemming aangekomen werd er zo snel mogelijk gewerkt aan: A.Het tot stand komen van goede e deugdelijke verbindingen met de opdrachtgevende instantie B.De inrichting van een opvangcentrum voor slachtoffersdie zouden worden aangevoerd. C.Het gereedmaken van onze keuken-unit voor de voeding van colonne-leden en de te verzorgen slachtoffers D.Het gereedmaken van slaapgelegenheid zowel voor onze eigen mensen als voor anderen DAADWERKELIJK U kunt zich voorstellen,dathoewel er uiteindelijk slaapgelegenheid beschikbaar was,wij hiervan in de nacht van 1 op 2 februari vrijwel geen gebruik van maakten. Een ieder van ons wilde zo gauw mogelijk daadwerkelijk aan de hulpverlening deel nemen. De coördinatie hiervan kwam slechts aarzelend op gang.Als gevolg hiervan be sliste de CRKK dat wij ons "paraat" moesten houden totdat wij nadere orders kregen om elders te worden ingezet.Na ontvangst van dit bericht besloot Dr.De Ruiter om aan de onzekerheid een einde te maken en liet hij(midden in de nacht) alle colonne leden in de hal van het Feijenoord-Stadion bijeen roepen teneinde hen duidelijk te maken waarom onze colonne nog niet bij de grootscheepse hulpverleningsakties was betrokkenToen hij bezig was de aangetreden pelotons op de hoogte te brengen van de ontstane situatiekreeg schrijver van dit verslag (die belast was met het onderhou den van de verbindingen) bericht binnen,dat H.M.Koningin Juliana onderweg was om ons te bezoekenTerwij 1 ik nog bezig was,dit bericht op juistheid te verifiëren,zag ik Haar auto al het terrein oprij den.Het enige wat ik nog kon doen was Dr De Ruiter zijn toespraak te onderbreken en hem de komst van Hare Majesteit te melden.Hij liet daarop de aangetreden pelotons de houding aannemen en volgde mij naar de hoofdingang om Har Majesteit te begroeten. WILHELMUS Wat toen gebeurde,is mij bijgebleven alsof het gisteren plaats vond.Nadat ik de Deur geopend had en Hare Majesteit en Haar gevolg binnengelaten had,hief de gehele (in de houding staande) colonne spontaan het Wilhelmus aan.HM was hier beslist niet mee ingenomen en liet dit ook ondubbelzinnig aan Dr De Ruiter blijken, Zij meende,dat men speciaal voor Haar,de voltallige afdeling van het Haagse Rode Kruis midden in de nacht had laten aantreden,onder omstandigheden,die dit geenszins rechtvaardigden.Uiteraard was zij onkundig van de toevallige samenloop van omstan digheden,die hiertoe hadden geleid.Of Dr.De Ruiter nog het een en ander recht heeft kunnen zetten,is mij niet bekend,omdat ik alweer op mijn centrale verbindingspost aan het werk was en ik een bericht doorkreeg dat een aantal bussen met ca, 200 slachtoffers naderde.Er werd verzocht maatregelen te nemen,om deze mensen van voed sel en warme kleding voorzien konden worden.Mijn poging om (het nog steeds in de houding staande) keuken en magazijnpersoneel uit de hal te krijgen en te dirigeren naar de plaats,van waaruit zij konden gaan werken,leed in eerste instantie schip breuk, omdat men van mening was,dat men zonder bevel van hoger hand niet kon doen.

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - diversen | 1953 | | pagina 1