de evacués beziggehouden. Prot. en R.K. diensten in de kapellen en
aula van de K.M.A. Ds Baars van Lage Zwaluwe, zelf evacué, leidde
enige diensten. Ds de Bres zorgde voor bijbels om in de eerste behoefte
te voorzien. Kerkbladen werden toegezegd door verschillende instanties.
Zondag 8 Febr. werd in de K.M.A.-kapel door Ds de Bres een doop-
dienst gehouden, waarvoor grote belangstelling bestond. De verschillende
gezindten werken broederlijk naast elkaar.
Registratie
Vanaf het eerste moment werd door de staf en de betrokken gebouwen
het belang van een goede registratie ingezien. Dit werd bemoeilijkt,
doordat iedereen in de stad probeerde evacué's over te halen bij hen
onderdak te zoeken, helaas niet altijd uit even nobele motieven, maar
b.v. azend op evacuatievergoedingen. Het aantal mutaties was dan ook
hoog vooral in het begin. Weldra begon de registratie tegelijk als infor
matiebureau te werken, doordat het één van de weinige plaatsen in Breda
was, waar inlichtingen te verkrijgen waren. (De gemeente Breda was
toen nog niet met registreren begonnen). Zo is o.a. de Mij Rotterdamse
Lloyd geholpen. De mutaties werden aan de gemeente doorgegeven.
Ook de post begon steeds grotere afmetingen aan te nemen, hoewel het
nogal eens voorkwam dat men maar op goed geluk brieven doorstuurde
naar de K.M.A. in de hoop, dat die ze wel terechtbrengt. Dit gelukte
natuurlijk lang niet altijd. Ook de sociale dienst te Breda, die de uit
keringen aan de evacues kwam doen, werd elke denkbare hulp ge
boden, zodat ze de gegevens konden putten uit de registratie. De eerste
uitkeringen geschiedden snel.
Verpleging
Door de kapitein van Tijen en zijn staf werden bedden, keukengerei, eet
gerei en meubilair verzorgd. Een centrale wasserij onder de adj. o.o.
gymnastiekleraar van Dijk was in vol bedrijf. Door de Lodaline-fabriek
en de wasserij Lavanda werd veel hulp gegeven met het opzetten hier
van. In elk gebouw is een poetsbak met schoenborstels en schoensmeer
geplaatst, borstels aan kettingen om verdwijnen te voorkomen.
Personeel
Een groot aantal dames werkte op vrijwillige basis in de diverse gebou
wen. Teneinde overwerken te voorkomen zijn rouleerploegen ingesteld.
72
MINISTERIE VAN OORLOG.
Sous Chef van de
Generale Staf. s-Gravenhage9 Februari 19
Ma mijn bezoek aan de Koninklijke Militaire Academie op
j.l., na althans enkele der plaatsen in het getroffen gebied te he
zocht waar de cadetten zijn ingezet geweest voor hulpverlening en
voerige toelichtingen op het gebeurde, welke ik van enkele Uwer of
mocht ontvangen is het mij een werkelijke behoefte U ook op deze w
persoonlijke bewondering en grote waardering te doen kennen voor h
tige werk, hetwelk door Uw officieren en cadetten is verricht juis'
moeilijkste periode tijdens de ramp, die een deel van ons Vaderlan
getroffen
Juist ook door mijn bezoek aan enkele plaatsen waar daad'
is opgetreden en de toelichting, welke ik daar mocht ontvangen van
ren, die zelf daar tegenwoordig zijn geweest, heb ik een uitsteken
druk kunnen krijgen van het uiterst moeilijke en gevaarvolle van d
atie toen de cadetten onder leiding van him officieren zich hebben
Het staat voor mij vast, dat de geboden hulpverlening op vele plaa
in vele omstandigheden gepaard moet zijn gegaan met levensgevaar v
hulpverleners
Het staat eveneens voor mij vast, dat bet hier niet in d
plaats heeft betroffen een voldoen aan een gegeven ambtelijke opdr
doch dat de vaste wil heeft voorgezeten om los van elk bevel medem
in uiterste nood te helpen waar dit maar enigszins mogelijk was, k
wat het wilde, zelfs met gevaar voor eigen leven.
Ik behoef U niet nader te verklaren, dat officieren doch
ook de cadetten op een onvolprezen wijze blijk hebben gegeven de g
welke in een goed officierscorps behoort te heersen niet alleen te
grijpen, doch ook hiervan in de praktijk te willen doen blijken. D
geloof ik, de hoogste waardering die hen kan worden toegekend.
Ook de wijze waarop op de Koninklijke Militaire Academie
vluchtelingen werden ontvangen en verzorgd heeft mijn diepe waarde
Ook hier was het met de uitvoering van een opgelegde pl
doch veel meer het hart dat sprak om zwaar getroffen medeburgers,
hulp en steun te geven, die zij zo dringend behoefden.
Ik ben dan ook van mening, dat U trots,kunt zijn een der
elitekorps in de beste zin des woords, onder Uw bevelen te hebben.
En de Koninklijke Militaire Academie kan volkomen terech
gulden bladzijde toevoegen aan het boek van haar toch al rijke ges
nis.
Ik zal het op prijs stellen indien U, op de wijze die U
goeddunken, aan officieren en cadetten en aan alle overigen, welke
hulpverlening hun aandeel hebben gehad, mijn persoonlijke bewonder
waardering en mijn persoonlijke dank voor hun prachtig optreden te
nis zult willen brengen.
De Generaal-Majoor van de
Generale Staf,
AAN: w.g. F.H.W.C.J. van Dun.
de Gouverneur van de
Koninklijke Militaire Academie
te
BREDA.