Projectbureau Delta 2003,
Antwoordnummer 75,
4330 VB MIDDELBURG
Ter attentie van Mevr.A.M. Vinke
E.R.J.Jas,
Burgemeester Venemastraat 48,
9649 BD MUNTENDAM.
Geboortedatum:23 juni 1937
Tel..0598 - 45.33.35
Betreft. Aanmelding hulpverlener.
Aard:Vrijwillige hulp op eigen initiatief.
Onderwerp. Watersnoodramp 1953
Muntendam, 14 mei 2003
Geachte mevrouw Vinke,
In de regiokrant 'De Veendammer'.d.d. 13 mei j.l.,vond ik uw uitgebreide
oproep aan hulpverleners, die zich destijds - zoals u dat noemt - onbaatzuchtig en volledig voor de
watersnoodramp in1953 hebben ingezet.
Inleiding:
Op zaterdagavond 31 mei 1953 trad ik op in een theater,ergens in Rotterdam Zuid. Ik was
toen vijftien jaar en had met een groep jongens een jeugdcabaret gevormd,waarmee wij in Zuid
Holland optraden.
Destijds was ons domicilie Delft, waar wij in een Tehuis voor Werkende Jongeren vertoefden, van
wege,in dit schrijven, niet nader te verklaren familieomstandigheden.
Na afloop van de voorstelling bleek de eerder die dag opgestoken storm zodanig in kracht te zijn
toegenomen, dat openbaar vervoer niet mogelijk meer bleek.Rotterdam Zuid stond gedeeltelijk onder
water; trams konden niet meer rijden.
Tegen de storm in zijn wij naar het Centraal Station gelopen. Daar bleek dat treinen niet meer via
Schiedam konden rijden; Delft was slechts bereikbaar middels een omweg via Gouda en Den Haag.
Tijdens de rit vernamen wij van de conducteur de oorzaak van ons 'ongemak':Wateroverlast en
dreigende dijkdoorbraken.
Aanleiding:
De volgende morgen deden radioberichten mij beseffen dat de bevolking op de Zeeuwse
en Zuid Hollandse eilanden in levensgevaar verkeerde en mijn besluit stond vast: Ik moest naar het
rampgebied;hoe dan ook.
Het Rode Kruis Ziekenhuis in Den Haag was destijds een militair hospitaal en van daaruit vertrokken
soldaten naar de noodgebieden.
Samen met dienstplichtigen mocht ik, 'als enige burger' meerijden en heb drie dagen met hen
opgetrokken in Oude-Tonge, Hellevoetsluis, in dorpen daar omheen en - naar ik meen op het eiland
Schouwen - Duivelland.
'k Heb met zandzakken gesjouwd, vee uit water gehaald en hulp verleend aan mensen in benarde
omstandigheden.
De 'catering' was indertijd niet best,hier en daar - en op onregelmatige tijden - werd mij brood met
spek aangeboden. Maar mijn gebrek aan voedsel was niets vergeleken met de afschuwelijke ellende
die ik om mij heen heb gezien en nooit heb vergeten.
We sliepen in kerken en Dorpshuizen; op de vloer, onder een paardendeken.
Uitputting was oorzaak dat de soldaten mij naar huis stuurden en een automobilist aanhielden die mij
naar Delft bracht. Aldus moest ik m'n hulp staken.
Uitputting, niet alleen door vermoeidheid, maar ook vanwege de verschrikkingen die ik heb aan
schouwd; waarvan de herinneringen mij op het netvlies staan gegrift.
Aandenken:
Vermoedelijk heeft het Rode Kruis mijn vrijwilligershulp geregistreerd. Anders is niet te
verklaren dat ik - ongeveer driekwart jaar later - een herinneringsboek van deze organisatie ontving
als aandenken.
Jammer genoeg is dat boek tijdens verhuizingen zoekgeraakt.
Heden:
y h~-xyf~