Na onze toezegging kregen we ook van de kapitein toestemming. We werden meteen meegenomen naar een huis tegen de dijk waar de Fam. Wagner bij een getrouwde zoon was ingetrokken omdat hun boerderij onder water stond. Een hele week waren we tevens te gast bij deze familie, met eten en drinken, slapen deden we in de school. We werden meteen uitgerust met ieder een duikpak, zonder helm. De laarzen, handschoenen en de duikoveralll waren een geheel, een tweede persoon moest ons helpen om deze uitrusting aan te trekken, we waren net maanmannetjes. Tevens waren de laarzen verzwaard. Over straat was het moeilijk lopen maar in het water ging het veel beter. Op aanwijzingen van Arie hebben we de hele week verdronken vee uit de stallen en de hokken gehaald. De cadavers deponeerden we aan de dijk. Met vrachtauto's werd het verdronken vee opgehaald en via Middeiharnis in een vrachtschip naar Rotterdam afgevoerd.. Doordat het water ons soms tot de borst reikte, hadden we altijd een lange stok bij ons om te peilen of we op veilige wijze verder konden lopen. Je moest voorkomen datje niet in een diepe sloot terecht kwam of bij een boerderij in een openstaande put. Zonder ongelukken hebben we onze werkzaamheden uitgevoerd. Na het warm eten s'avonds hielp ik altijd de jongste dochter van de boer met de afwas, ze noemde zich zus maar heette Trijntje. Ze was een paar jaar jonger dan mij, maar ik kon het goed met haar vinden en we hadden altijd veel lol, maar ze vond mij wel een timide Fries, dit liet ik mij natuurlijk niet zeggen.Maar zoals ik al eerder schreef, mijn principe was, geen verkering in diensttijd. Later heb ik nog een tijdje met haar gecorrespondeerd, totdat ze ook in militaire dienst ging bij de Milva. Nadat we een week in Stad aan het Haringvliet bezig waren geweest en wij onze werkzaamheden hadden afgemaakt, werden we overgeplaatst naar Oude Tonge. Hier sliepen we in het ruim van een vrachtschip, omdat het hele dorp nog in het water lag. In deze plaats zijn ongeveer 300 personen verdronken en waren veel huizen en boerderijen door het water verwoest.De Stationstraat was geheel weggevaagd, alle woningen aan deze straat waren voor het grootste gedeelte ingestort.Op vrijwillige basis hebben we met een aantal ploegen onder leiding van een politieagent, lijken geborgen en overgebracht naar een gebouw waar ze werden geindntificeerd, gekist en begraven in een massagraf in een hoge dijk. Bij een begrafenis van twee kinderen uit een gezin ben ik met mijn ploeg bestaande uit 5 man mee geweest om deze kinderen te begraven, (zie fotojDe ouders van deze kinderen waren tijdens de ramp bezig hun ouders in veiligheid te brengen en toen ze weer naar hun eigen huis toe gingen was hun huis door het water ingestort en zijn hun kinderen hierbij verdronken. We zijn een hele dag bezig geweest om deze kinderen te zoeken in al het aangespoelde wrakhout en steeds kwam de vader maar vragen of we de kinderen al gevonden hadden. Uiteindelijk hebben we deze kinderen geborgen en zijn daarom ook mee geweest op de begrafenis. Dit voorval is iets verschrikkelijks geweest, zowel voor de ouders als voor ons. Gedurende veertien dagen zijn we in Oude Tonge bezig geweest en de laatste middag dat wij hier waren ben ik samen met Albert nog even stiekum bij zus in Stad aan het Haringvliet geweest. Op het appel misten ze ons natuurlijk, maar kamaraden wisten waar we waren en hebben dit doorgegeven. De dorpsomroeper van Stad aan het Haringvliet ging door het dorp met een bel en riep om, dat de soldaten De Jong en Kloosterman zich onmiddellijk bij de burgemeester moesten melden. Wij hebben ons daar gemeld waarna de burgemeester onze kapitein heeft ingelicht dat we terecht waren. De chauffeur van de kapitein heeft ons toen met een jeep opgehaald, hij vertelde dat de kapitein razend op ons was. Maar nadat wij ons bij hem hadden gemeld was het eerste wat hij zei, "gelukkig jullie zijn er weer, pak van mij eerst maar een borrel" Hij is nooit op dit voorval teruggekomen.

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - diversen | 1953 | | pagina 2