Mijn dochter hield via internet contact met Oosterland en 1 februari kwam steeds dichter bij en ik werd steeds stiller! Ik wist toen al voor mij zelf dat ik daar niet naar toe wilde, ik barste nog van de emoties. Al die schreeuwende mensen, huilende kinderen en doden die je tegen ben gekomen zag ik weer terug. s'Nachts, als we door de storm in het donker niet meer konen werken zochten wij een onderkomen om te rusten, van het leger of iets dat daar op leek, geen spoor. In Oosterland ben ik toen met anderen in een huis gegaan waarvan wij de bewoners net geëvacueerd hadden, het bed waar ik in kroop was nog warm!! De mensen die daar een uur geleden nog in waren stonden nu op de dijk en wij in hun bed. Dit gelooft toch geen mens. Moet ik daar in Oosterland over gaan praten? Vaders met dode kinderen in hun armen, oude vrouwtjes met een tafelkleedje in hun handen geklemd terwijl hun eigendomspapieren, het geld en andere belangrijke zaken, binnen op de tafel lagen (wij vroegen hier altijd naar!). Op een nacht vroeg sergeant Donze van de kaderopleiding of er vrijwilligers waren die mee wilde helpen om een paard dat in de grond vast zat te gaan bevrijden. Het was midden in de nacht, stik donker, koud en storm. Maar ja, hij was een Zeeuw en kon dit niet aanzien! Wij hebben hem geholpen maar vergeten doe ik het nooit meer. Grond weggraven en stro er voor in de plaats. Ik heb nooit meer een paard zo op z'n donder zien krijgen als toen van hem. Hij moest mee gaan werken om los te komen maar door de kou deed hij dat niet. Hij kreeg zoveel slaag dat hij in doodsangst ging bewegen. Hij is gered en stond na uren weer op de dijk. Volgens insiders zat er in een woning een oud vrouwtje, of daar wilde gaan kijken. Wij het water en de woning in, de trap op, boven was niemand. Naar beneden de huiskamer in, leeg! Bij terugkomst werd ons verzekerd dat zij in moest zitten. Kijk eens in de bedstee, was het advies! Wist ik veel, ik woonde in Rotterdam. Terug in het huis vonden we de twee kastdeuren dat de bedstee bleek te zijn. Zij lag inderdaad nog op bed, onder de dekens, verdronken natuurlijk. Ik kan dat daar toch niet, als iemand iets vraagt, gaan staan te vertellen! 2 weken dienst gedaan in de watersnood. In Steenbergen kwamen er amfibievaartuigen met Duitse soldaten er in. Samen met ons moesten zij gaan werken. Het werd niks, ze durfden amper te bewegen. Door de bureaucratie duurde het veel te lang eer dit opgelost was. Duitsers er uit., wij er in. Nog één ding wil ik kwijt. Ik kreeg over de ramp in Oosterland een boekje in handen, "Om ons heen niets dan water" heet het, geschreven door een inwoner van Oosterland. Zij was kind in 1953. Nu als volwassene schrijft zij; 'geef ons heden ons dagelijks brood, en eens in de tien jaar watersnood'. Die hadden een bedrijf in Oosterland en hebben er goed aan verdiend. Ik neem dit die persoon heel erg kwalijk, wat een mentaliteit. Tot slot. Dit waren zomaar een paar belevenissen die ik spontaan op papier gezet heb. Naar aanleiding van het krantenbericht realiseer ik mij nu, dat er inderdaad nooit iets of iemand is geweest die dank je wel heeft gezegd.Het projectbureau wil de hulpverleners op een nader uit te werken manier bedanken.. Veel succes hiermee.

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - diversen | 1953 | | pagina 2