O.B.
1953
No. 11350
III.4
3. De verzoeken tot toekenning van vergoedingen, bedoeld in artikel
10 der Wet, moeten worden gedaan met gebruikmaking van een formulier
van het bij deze beschikking behorende model EW. Deze verzoeken
moeten in tweevoud worden ingezonden door tussenkomst van de
Minister van Wederopbouw en Volkshuis'vesting.
4. Verzoeken tot toekenning van renteloze voorschotten op de toe te
kennen vergoedingen, bedoeld in de artikelen 7, 8 en 10 der Wet, alsmede
verzoeken tot uitbetaling van toegekende vergoedingen, bedoeld in die
artikelen, moeten worden gedaan met gebruikmaking van een formulier
van het bij deze beschikking behorende model DW.
5. Aangiften Van schade en verzoeken tot toekenning van vergoedingen
of renteloze voorschotten, welke vóór het in werking treden van deze
beschikking zijn gedaan en als zodanig door het Bureau Financiering
Wederopbouw van het Ministerie van Financiën ih behandeling zijn
genomen, worden aangemerkt als verzoeken, bedoeld in de vorige leden.
1. De verzoeken tot toekenning van vergoedingen, bedoeld in de
artikelen 7, 8, eerste lid, en 9 der Wet, moeten worden gedaan vóór
1 Januari 1954 dan wel, ingeval de schade zich openbaart op een tijdstip
na 30 September 1953, binnen drie maanden na dat tijdstip.
2. De verzoeken tot toekenning van vergoedingen, bedoeld in artikel 8,
tweede lid, der Wet, moeten worden gedaan binnen drie maanden na
de voltooiing van de herbouw.
3. De verzoeken tot toekenning van vergoedingen, bedoeld in artikel 10
d'er Wet, moeten worden gedaan binnen drie maanden na de goedkeuring
van het wederopbouwplan.
Deze beschikking, welke kan worden aangehaald als „Eerste Uit
voeringsbeschikking Wet Financiering Stormvloedschade Publiekrechte
lijke Lichamen", treedt in werking op de dag na die van haar bekend
making in de Nederlandse Staatscourant.
Artikel 4.
Artikel 5.
De Minister van Financiën,
Voor de Minister,
De Secretaris-Generaal,
VAN DEN DRIES.
(Staatscourant van 1 October 1953, no. 190).
2
(vervolg zie. bladz. 3)
6.10.1953