OFFICIËLE BEKENDMAKINGEN
VERENIGING VAN NEDERLANDSE GE MEEN T E N
1953 O.B. No, 11153 III.4
HERSTEL VAN STORMVLOEDSCHADE.
(Inschakeling van de Rijksdienst voor Landbouwherstel en
Provinciale Waterstaat).
CIRCULAIRE van Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland
van 16/22 Juli 1953, B. no. 24638 (3e afdeling), G.S. no. 267/1, aan de
Colleges van Burgemeester en Wethouders der gemeenten in die provincie.
Met verwijzing naar onze circulaire dd. 17/1.8 Maart 1953, B. no. 8064
(3e afdeling), G.S. no. 335, delen wij II mede, dat de Minister van Finan
ciën ons onder dagtekening van 5 Juni 1953 het volgende heeft doen weten.
„Zoals uit het gestelde onder punt d van mijn circulaire van 5 Maart
1953, no. 243 x) (zid onze bovengenoemde circulaire) reeds kan blijken, ;s
het de bedoeling, dat de Rijksdienst voor Landbouwherstel mij zal adviseren
omtrent de aanvaardbaarheid van die declaraties betreffende stormvloed-
schade, welke samenhangen met het herstel van gronden van publiekrechte
lijke lichamen en mot het slibvrij maken en het herstel van openbare
watergangen.
In overeenstemming met de gedragslijn, welke met betrekking tot de
opruimingswerkzaamheden als g'evolg van de stormvloed werd aangegeven
in mijn circulaire van 6 Mei 1953, no. 172 2j, bericht ik Uw College thans,
dat het noodzakelijk is, dat de Rijksdienst voor Landbouwherstel zoveel
mogelijk en van de aanvang af bij de in de eerste alinea van dit rond
schrijven bedoelde werkzaamheden wordt ingeschakeld. Voorzover zulks nog
niet is geschied, moeten do desbetreffende lichamen zich derhalve terzake
zo spoedig mogelijk in verbinding stellen met de provinciale inspecteur van
genoemde dienst."
In aansluiting hieraan brengen wij te LTwer kennis, dat wij het wenselijk
achten, dat eenzelfde gedragslijn wordt gevolgd ten opzichte van de Provin
ciale Waterstaatsdienst. Derhalve ware in gevallen van herstel van storm-
1>, Zie III.4, no. 10723-/T953.
2) Zio IH.4, no. 10898/1953.
I
4.8.1953 1281