OFFICIËLE BEKENDMAKINGEN
Ing)
fvT
1953 O.B. No. 10723 III.4
VERENIGING VAN NEDERLANDSE GEMEENTEN
S~X
STORMVLOEDSCHADE, GELEDEN DOOR PUBLIEKRECHTELIJKE
EN DAARMEDE GELIJKGESTELDE LICHAMEN.
CIRCULAIRE van de Minister van Financiën van 5 Maart 1953,
Generale Thesaurie, Dienst der Rijksbegroting, Afdeling Financiën
Publiekrechtelijke Lichamen, Bureau Financiering Wederopbouw, no. 243,
aan de Gedeputeerde Staten der provinciën Noordholland, Zuid-Holland,
Zeeland en Noord-Brabant.
Zoals reeds in de nota van de Minister-President dd. 9 Februari 1953
aan de Staten-Generaal werd medegedeeld, heeft de Regering besloten
om het Bureau Financiering Wederopbouw van mijn Departement met
de afwikkeling van de schade in de publiekrechtelijke sector ten gevolge
van de op 31 Januari/1 Februari 1953 plaats gehad hebbende stormvloed
te belasten.
In aansluiting aan die mededeling kan thans worden bericht, dat het
in het voornemen Jig-t ten aanzien van de vergoeding dier schade de
totstandkoming van enkele wettelijke regelingen te bevorderen, welke
goeddeels geënt zullen zijn op de bepalingen van de Wet Financiering
Wederopbouw Publiekrechtelijke Lichamen1).
Het is de bedoeling, dat deze regelingen zich zullen beperken tot het
in uitzicht stellen van vergoedingen voor die stormvloedsehade, welke niet
op andere wijze, zoals b.v. uit hoofde van verzekering, wordt goed
gemaakt.
A. SCHADE AAN HOOFD- EN BUITENWATERKERING-EN.
Voor wat betreft de stormvloedsehade aan de hoofd- en buit en water
keringen, gelegen langs de rivieren en de Zuid-Hollandse en Zeeuwse
stromen, binnen het gebied, begrensd door een lijn lopende van Hoek
van Holland over Gouda, Gorinchem, Heusden, Drunen, Breda, Roosen
daal en Nispen, Ossendrecht in zuidelijke richting naar de grens tussen
Nederland en België en vervolgens langs die grens tot de Noordzee, is
een wetsontwerp ingediend, volgens hetwelk het herstel gedeeltelijk door
Zie ni.4, no. 8281/1951.
1
17.3.1953