O.B.
1953 T» III.4
No. 10519
aan welke oorlogsschade is toegebracht, met dien verstande, dat op die
kosten in mindering komen
a. ingeval van aankoop, stichting of verandering: de geschatte verkoop
waarde van hetgeen is aangekocht, gesticht of tot verandering is
aangebracht bij het einde van het tijdelijk gebruik;
b. ingeval van huur: de als gevolg' van de toegebrachte oorlogsschade
weggevallen vaste lasten, welke op de beschadigde onroerende
goederen .naar schatting "zouden hebben gedrukt over de periode van
het tijdelijk gebruik van hetgeen is gehuurd, indien geen oorlogs
schade zou zijn toegebracht.
Artikel 3.
Voor de toepassing van deze beschikking wordt het tijdelijk gebruik,
bedoeld in het vorige artikel, uiterlijk 5 Mei 1955 geacht te zijn beëindigd.
Artikel 4.
1. De verzoeken tot toekenning van de in artikel 1 bedoelde
vergoedingen moeten worden gedaan niet gebruikmaking van een
formulier van het bij deze beschikking behorende model1) en onder
overlegging van de op de kosten betrekking hebbende betalingsbewijzen
of gewaarmerkte afschriften daarvan.
2. Aangiften van schade en verzoeken tot toekenning van vergoo
dingen, bijdragen of renteloze voorschotten ter zake van de in de vorige
artikelen bedoelde kosten, welke vóór het in werking treden van deze
beschikking zijn gedaan en als zodanig door het Bureau Financiering
Wederopbouw van het Ministerie van Financiën zijn geregistreerd, dan
wel in behandeling genomen, worden aangemerkt als verzoeken, bedoeld
in het vorige lid.
Artikel 5.
Do verzoeken, bedoeld in artikel 4, eerste lid, moeten worden gedaan
vóór 1 Juli 1953, dan wel, ingeval het tijdelijk gebruik, bedoeld in
artikel 2, na 31 December 1952 is beëindigd, binnen zes maanden na de
beëindiging.
Artikel 6.
Deze beschikking, welke kan worden aangehaald als „Zestiende Uit
voeringsbeschikking Wet Financiering Wederopbouw Publiekrechtelijke
Lichamen", treedt in werking op de dag na die van haar bekendmaking
in de Nederlandse Staatscourant.
De Minister van Financiën,
VAN DE KIEFT.
Zie hierna.
2 (vervolg zie bladz. 3)
23.1.1953