OFFICIËLE BEKENDMAKINGEN
311
VEERTIENDE UITVOERINGSBESCHIKKING WET FINANCIERING
WEDEROPBOUW PUBLIEKRECHTELIJKE LICHAMEN.
(Toelichting).
CIRCULAIRE van de Minister van Financiën van 5 December 1952,
Generale Thesaurie, Dienst der Rijksbegroting, Afdeling Financiën
Publiekrechtelijke Lichamen, Bureau Financiering Wederopbouw, no. 108,
aan Burgemeester en Wethouders der onderscheidene gemeenten.
Met verwijzing naar de toezegging, gedaan in mijn circulaire d.d.
13 November 1952, no. 1721), vestig ik er voor zoveel nodig de
aandacht van Uw College op, dat in de Nederlandse Staatscourant d.d.
4 December j.L, no. 237, de Veertiende Uitvoeringsbeschikking Wet
Financiering Wederopbouw Publiekrechtelijke Lichamen2) is opgenomen.
Deze beschikking bepaalt, dat de verzoeken tot toekenning van de
vergoedingen, welke zij in uitzicht stelt, moeten worden gedaan vóór
1 April 1953, dan wel, ingeval de schade na 31 December 1952 is
toegebracht, binnen drie maanden na de toebrenging. Ten einde de
administratie, zowel bij het Rijk als bij de gemeente, zo min mogelijk
te belasten, is in het tweede lid van artikel 3 der beschikking vast
gelegd, in welke gevallen geen hernieuwd verzoek om vergoeding behoeft
te worden gedaan.
1952
O.B. No. 10392
III.4
Do Minister van Financiën,
Voor de Minister,
De Secretaris-Generaal,
VAN DEN DRIES.
1) Zie III.4, no. ,10338/1952.
2) Zie IIÏ.4, no. 10391/1952.
12.12.1952