1953 -rs, XVII.8.1
No. 10756
1948, no. 4521 S.B.1), ad B c I en II, en waarvan de voorwaarden nader
werden geregeld bij de circulaire van de Minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid d.d. 5 Juli 1952, no. 9491 S.B.2), en mijn circulaire
van 11 October 1952, no. 14144 S.B. en M.O. 3), is op de aanstelling als
hierboven omschreven niet van toepassing.
Ten aanzien van de niet-gediplomeerd gezinsverzorgster in het onder
havige geval kan het volgende worden medegedeeld
1. In de salariskosten -j- sociale lasten van de niet-gediplomeerd
gezinsverzorgster kan door de Overheid een procentuele bijdrage
worden verleend van 50 met dien verstande, dat
a. deze regeling alleen geldig is voor de periode waarover de niet-
gediplomeerd gezinsverzorgster als vervangster optreedt van de
gediplomeerd gezinsverzorgster, welke in de bijzondere maat
schappelijke hulpverlening als bovenomschreven, werkzaam is.
b. de vervangende, niet-gediplomeerd gezinsverzorgster de leeftijd
van 18 jaar bereikt heeft.
2. Ter tegemoetkoming in de kosten van leiding zal door de Overheid
een bedrag van 100,per jaar per niet-gediplomeerd gezins
verzorgster worden verstrekt.
De Vereniging van Nederlandse Genieenten, waarmede ten aanzien van
bovenstaande regeling overleg werd gepleegd, heeft mij op grond van
door haar ingewonnen informaties medegedeeld, dat zij reden heeft om
aan te nemen, dat de gemeentebesturen bereid zullen zijn zich naar deze
regeling te richten.
De Minister van Maatschappelijk Werk,
Mr. F. J. VAN THIEL.
l) Zie XVTI.12.5, no. 4819/1948.
-) Zie XVH.8.1, no. 9994/1952.
3) Zie XVII.8.1, no. 10261/1952.
2
24.3.1953