OFFICIËLE BEKENDMAKINGEN
BRANDSTOFFENBIJSLAG AAN OORLOGSSLACHTOFFERS EN AAN
OF TEN BEHOEVE VAN RAMPSLACHTOFFERS, VOOR WIE
KWARTIERVERGOEDING WORDT VERSTREKT.
CIRCULAIRE van de Minister van Maatschappelijk Werk van
3 Februari 1954, Afdeling B.M.Z./l, no. U 2411/VII, .aan Burgemeester
en Wethouders der gemeenten.
Hierbij bericht ik U, dat ik in verband met de uitzonderlijke koude
welke thans heerst, kan goedvinden, dat, over de week van 1 Februari
1954 tot en met 6 Februari 1954, aan degenen, die ingevolge dan wel
met toepassing van de Regeling Hulpverlening Oorlogsslachtoffers
(19401945) een uitkering voor levensonderhoud ontvangen, respec
tievelijk voor wie kwartiervergoeding als rampslachtoffer wordt verstrekt,
een brandstoffen-bijslag wordt verleend tot de hierna genoemde bedragen
3,60 aan gezinnen en alleenstaanden, die in eigen huishouding voor
zien, en aan gezinnen, die bij derden zijn ingekwarierd en dus niet in
eigen huishouding voorzien;
1,S0 aan alleenstaanden, die niet in eigen huishouding voorzien
z .g. ko stgaugers
De uitbetaling van deze brandstoffenbijslag ,aan of ten behoeve van
rampslachtoffers, die niet in eigen huishouding voorzien, kan plaats
vinden -met inachtneming van het bepaalde onder B sub 2 van mijn
rondschrijven d.d. 7 Februari 1953, no. U 38606 2j
Zo de weersomstandigheden daartoe aanleiding geven, zal ik U zo
spoedig mogelijk doen weten of over de volgende week dezelfde verhoging
kan worden toegepast.
Declaratie ten laste van mijn Departement van de overeenkomstig
uitgekeerde bedragen kan op de gebruikelijke wijze geschieden.
1) Zie XVII.3.2, no. 7773/1950, XVII.l, nas. 9109/1951 en 11597/1953.
Zie XVII.l, no. 10599/1953.
1954
O.B. No. 11808
XVII.l
De Minister van Maatschappelijk Werk,
Voor -de Minister,
De Secretaris-Generaal,
Mr. PH. H. M. WERNER.
6.2.1954