1950 -tb XVH.3.2
No. 7773
2. Deze regeling is niet van toepassing op hem en evenmin op het
gezin van hem,
a. die op grond van zijn on-Nederlands gedrag de Nederlandse
nationaliteit heeft verloren;
(Geacht kan worden zijn Nederlanderschap te hebben verloren hij,
die vrijwillig in dienst is getreden van het Duitse Leger, de Waffen S.S.,
het Legioen Nederland, Landwacht (Landstorm) Nederland, opgericht bij
verordening van 11 Maart 1913, no. 24 1), de Kriegsmarine, het N.S.K.K.,
de Organisation Todt, de Wacht- und Schutzdienst en de Deutschen
Reichsarbeitsdienst en voorts hij, die in Duitse civiele Staatsdienst is
getreden, dan wel toegetreden is tot de Ordnungspolizei, de Sieherheits-
polizei, de Sicherheitsdienst, of wel werkzaamheden heeft verricht voor
de bureaux van de Rijkscommissaris.)
b. die tijdens de bezetting van ontrouw aan het Koninkrijk heeft doen-
blijken en ten gevolge daarvan rechtens van zijn vrijheid is beroofd,
gedurende de tijd van zijn detentie;
c. die een nationaliteit bezit, welke tijdens de bezetting als vijandelijk
gold of, hoewel statenloos zijnde, voordien deze nationaliteit bezat, met
uitzondering van hem, die statenloos werd op grond van afkomst (ras)
of houding ten opzichte van het regime;
d. die, al dan niet als gevolg van eigen schuld, het slachtoffer is
geworden van een ongeval met een Duits of geallieerd militair, voertuig,
indien dit ongeval kennelijk gerekend kan worden te behoren tot de
categorie gewone verkeersongevallen;
e. die behoort tot de militaire oorlogsslachtoffers en als zodanig
pensioen ontvangt ten laste van het Ministerie van Oorlog of Marine;
f. die behoort tot de- zeelieden-oorlogsslachtoffers en als zodanig
pensioen ontvangt ten laste van het Ministerie van Verkeer en Water
staat (Directoraat-Generaal van Scheepvaart)
g. die een pensioen geniet krachtens het bepaalde in de Wet buiten
gewoon pensioen 19401945, Staatsblad 1947, no. H 3132), behoudens
ten aanzien van bijzondere voorzieningen, indien de noodzakelijkheid tot
het treffen van die voorzieningen een gevolg is van de oorlog, de oorlogs
omstandigheden dan wel handelingen of maatregelen van de bezetter.
3. Deze regeling is eveneens niet van toepassing op hem, die verblijft
in een inrichting, gezinsoord of internaat van de Dienst.
1) Zie XVH.H0, nos. 11039, 12'004 en 12044/1943..
2) Zie XVTI.12..3, no. 366i2/1947.
16
12.9.1950