1950 q p XVII.3.2 No. 7773 vervoer van en naar geneeskundigen, verpleeginrichtingen en instrument makers, benevens kosten voor aanschaffing van genees- en verband middelen en voor aanschaffing en reparatie van kunstmiddelen, alsmede de kosten verbonden aan het volgen van een cursus voor oefening in het gebruik van een prothese. De vergoeding voor behandeling en verpleging kan slechts plaats vinden op basis van het laagste-plaatselijke tarief en voor vervoer volgens het laagste tarief van openbare middelen van vervoer, tenzij dit op doktersvoorschrift op andere wijze dan met openbare middelen van vervoer moet geschieden. Ter zake van verpleging van langere duur dient iedere drie maanden een medische verklaring te worden opgevraagd, waaruit de noodzakelijk heid van verdere verpleging blijkt, terwijl daarin tevens dient te zijn aangegeven of de voortdurende verpleging al dan niet een gevolg is van de ziekte of invaliditeit, welke tot de opname noopte. De toekenning van een vergoeding voor versterkende middelen heeft slechts plaats na ontvangst van een medische verklaring, waarin onder meer is vermeld, welke en in welke hoeveelheid versterkende middelen noodzakelijk worden geacht. Alvorens tot bestelling van kunstledematen wordt overgegaan, dient advies te worden gevraagd van een orthopaedisch chirurg omtrent de soort van de te leveren prothese, terwijl vergoeding van dergelijke prothesen slechts kan geschieden, nadat deze door een orthopaedisch chirurg zijn goedgekeurd, hetgeen dient te blijken uit een door hem af te geven verklaring. Vergoeding van overige kunstmiddelen kan slechts plaats vinden na ontvangst van een ter zake afgegeven medische verklaring, waaruit de noodzakelijkheid tot aanschaffing blijkt. Vergoedingen ter bestrijding van kosten van huishoudelijke hulp bij gehele of gedeeltelijke invaliditeit of ontstentenis van diegene, die gewoonlijk het huishouden voert. Kosten voor huishoudelijke hulp kunnen worden vergoed, indien uit een medische verklaring blijkt, dat zodanige hulp in het betreffende gezin onontbeerlijk is. De kostenberekening dient te geschieden volgens het werkelijk verschuldigde, doch niet hoger dan het plaatselijk geldende loon, terwijl daarnaast, indien degene voor wie vervangende hulp nood zakelijk is, nog in het gezin verblijft en er derhalve een werkelijke vermeerdering van het aantal gezinsleden plaats heeft, zo nodig voor 14 12.9.1950

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - diversen | 1953 | | pagina 444