1950 to XVII.3.2
O.B.
No. 7773
De wijze waarop intering van vermogen client plaats te vinden, wordt
door de Directeur nader geregeld.
De waarde van de vermogensbestanddelen wordt bepaald op de voet
van de Wet op de Vermogensbelasting 1892. Overeenkomstig het bepaalde
in artikel 8 dier Wet wordt ter berekening van het zuiver vermogen
de totale'waarde der bezittingen verminderd met de contante waarde
van de schulden.
Onder vermogen wordt ten aanzien van de toepassing dezer regeling
niet verstaan
1. bezittingen en schulden, welke behoren tot het bedrijfs- of beroeps
vermogen van de betrokkene en, indien hij gehuwd is, tot dat van zijn
echtgenote
2. huisraad, kleding en levensmiddelen dienende tot eigen gebruik;
3. hetgeen in blote eigendom wordt bezeten;
4. het recht op al dan niet ingegane pensioenen, lijfrenten en andere
periodieke uitkeringen dan wel polissen van levensverzekeringen recht-
gevende op een uitkering ineens;
5. nog niet invorderbare termijnen van renten, uitkeringen, bezol
digingen en andere inkomsten;
6. vruchtgebruik
7. sieraden, goud en zilverwerk, welke dienen tot eigen gebruik of
gerekend kunnen worden te behoren tot het familiebezit.
VI. ALGEMENE VOORZIENINGEN.
Fondspremiën.
Aan hen, die een periodieke uitkering voor levensonderhoud op grond
van deze regeling ontvangen, kan, ongeacht het maximum genoemd onder
hoofdstuk V, sub 7, een vergoeding worden gegeven voor zieken- en
ziekenhuis-verplegingsfondspremie alsmede voor de premie van aan
vullende verzekeringsfondsen, ten behoeve van de personen, aangesloten
bij een Algemeen Ziekenfonds, die voor de berekening van de gezins
grootte medetellen en niet als verplicht- of indirect verzekerde ingevolge
het bepaalde in het Ziekenfondsenbesluit kunnen worden aangemerkt.
Kraamgeld.
Bij de geboorte van een wettig kind van een gezinshoofd, dat een
periodieke uitkering voor levensonderhoud ontvangt, kan een uitkering
10
12.9.1950