U.D.
1950 x» XVII.3.2
No. 7773
verstande, dat bij opname in inrichtingen ter verzorging en verpleging
die gemeente als zodanig blijft aangemerkt.
Burgemeester en Wethouders kunnen de uitvoering van deze regeling
opdragen aan een door dit College daarvoor geschikt geacht orgaan of
personen, al of niet intergemeentelijk, werkzaam op het gebied van de
maatschappelijke zorg, mits dit orgaan of deze personen dan voor de
juiste uitvoering van deze taak verantwoordingsplichtig is aan Burge
meester en Wethouders.
Alvorens de uitvoering wordt opgedragen aan een niet gemeentelijk
orgaan of niet in dienst van de gemeente werkzaam zijnd persoon, dient
door Burgemeester en Wethouders de goedkeuring te zijn verkregen van
de Directeur. Deze kan aan een goedkeuring voorwaarden en/of een
tijdslimiet verbinden dan wel een verleende goedkeuring intrekken.
IV. ONDER OORLOGSSLACHTOFFERS WORDEN VERSTAAN:
A. 1. zij, die ten gevolge van de oorlog, de oorlogsomstandigheden
dan wel handelingen of maatregelen van de bezetter binnen het Rijk,
geheel of ten dele buiten staat zijn zelf voor zich'en hun gezinnen dan
wel de gezinnen,, waarvoor zij kostwinner waren, in het levensonderhoud
te voorzien;
2. zij, die geheel of ten dele buiten staat zijn in hun levensonderhoud
te voorzien door het om het leven komen dan wel overlijden ten
gevolge van de oorlog, de oorlogsomstandigheden dan wel handelingen
of maatregelen van de bezetter binnen het Rijk van het gezinshoofd
dan wel de kostwinner, van wie zij voor het verkrijgen van hun levens
onderhoud afhankelijk waren;
3. zij, die ten gevolge van de oorlog, oorlogsomstandigheden dan wel
handelingen of maatregelen van de bezetter binnen het Rijk, geen, al
of niet wettelijk verplichte, onderhoudsbijdrage meer ontvangen van
personen, van wie zij voor het verkrijgen van hun levensonderhoud voor
ten minste 75 afhankelijk waren en dientengevolge niet in hun levens
onderhoud kunnen voorzien.
B. de onder A, 1, 2 en 3, genoemde personen, wanneer de afhankelijk
heid, waarin zij zijn komen te verkeren, een gevolg is van het wegvoeren
naar dan wel verplichte tewerkstelling door of op last van de vijand
in bezet gebied buiten Nederland. Deze tewerkstelling moet blijken uit een
door de Directeur van het Gewestelijk Arbeidsbureau af te geven
verklaring of bij ontbreken daarvan kunnen worden afgeleid uit de
feitelijke omstandigheden.
4
12.9.1950