OFFICIËLE BEKENDMAKINGEN 1959 O.B. Nr. 18055 XVII.l VERENIGING VAN NEDERLANDSE GEMEENTEN AFWIKKELING VAN DE ZOGENAAMDE „NASCHADE", ONTSTAAN TEN GEVOLGE VAN DE INUNDATIES GEDURENDE DE JONGSTE WERELDOORLOG, RESPECTIEVELIJK DE WATERSNOODRAMP VAN 1953. VRAGEN van het lid der Tweede Kamer, de heer Van der Peijl, in verband met de afwikkeling van de z.g. „naschade", ontstaan ten gevolge van de inundaties gedurende de jongste wereldoorlog, respec tievelijk de watersnoodramp van 1953. (Ingezonden 4 februari 1959). 1. Is het de Ministers bekend, dat de schade, ontstaan door de na werking van zout water, z.g. „naschade", in die gebieden, die ten ge volge van oorlogshandelingen en/of van de ramp van 1 februari 1953 ge- inundeerd zijn geweest, steeds groter vormen gaat aannemen en er alleen in Zeeland al, naar schatting, 20.000 woningen bij betrokken zijn? 2. Indien deze vraag bevestigend wordt beantwoord, kunnen de Mi nisters dan mededelen, wanneer en op welke wijze tot afwikkeling van deze „naschade" zal worden overgegaan, te meer, waar door de Minister van Volkshuisvesting en Bouwnijverheid, reeds bij de behandeling van de begrotingen van zijn Departement voor 1958 en 1959, is medegedeeld, dat de technische regeling volledig gereed is? ANTWOORD van de heer Zijlstra, Minister van Financiën a.i., en de heer Witte, Minister van Volkshuisvesting en Bouwnijverheid. (Inge zonden 5 maart 1959.) 1. Door de inwerking van zout water tijdens de inundaties van de jongste wereldoorlog, respectievelijk tijdens de watersnoodramp van 1 februari 1953, zijn in Zeeland en andere provincies naar globale schat ting, naast andere panden, 6000 en 20.000 woningen in meerdere of mindere mate aangetast. Van een toenemende tendens van deze aantallen is de ondergeteken den niet gebleken. 1 10.4.1959

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - diversen | 1953 | | pagina 429