VJ.Ö. No. 13410 1955 f~\ tj xvn.i Deze Secretaris stelt definitief het bedrag vast, hetwelk op basis van meergenoemde wet en met inachtneming van bovenvermelde afwijkingen zou kunnen worden verleend. Het is nog niet bekend welk percentage van het door de Secretaris vastgestelde schadebedrag als tegemoetkoming zal worden uitgekeerd. Dit percentage is o.a. afhankelijk van het percentage, waartoe het Brabantse Watersnoodfonds op grond van zijn geldelijke mogelijkheden zal moeten besluiten. In verband hiermede is het ook hier gewenst er bij de enquête op te wijzen, dat het besluit van het Nationaal Rampenfonds geen enkele aanspraak schept op volledige vergoeding op basis van meergenoemde wet. Vooruitlopende op de vaststelling van het uiteindelijke uitkerings percentage, heeft het Nationaal Rampenfonds goedgevonden, dat voor lopig 60 van het overeenkomstig het voorgaande vastgestelde schade bedrag wordt uitgekeerd. Omtrent de wijze waarop deze uitkering geschiedt, volgen nog nadere voorschriften. (Voorschriften en Mededelingen van het Commissariaat voor Oorlogs schade van 27 Mei 1955, S.V. no. 3). 4 21.6.1955

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - diversen | 1953 | | pagina 427