U.D.
1951 j^\ xj III.4
No. 9019
formulier van het bij deze beschikking behorende model II. Deze
verzoeken moeten in tweevoud worden ingezonden door tussenkomst van
de Minister van Wederopbouw en Volkshuisvesting.
2. Aangiften van schade en verzoeken tot-toekenning van vergoe
dingen, bijdragen of renteloze voorschotten, welke vóór het in werking
treden van deze beschikking zijn gedaan en als zodanig door het
Bureau Financiering Wederopbouw Publiekrechtelijke Lichamen van het
Ministerie van Financiën zijn geregistreerd, dan wel in behandeling
genomen, worden aangemerkt als verzoeken, bedoeld in het vorige lid.
Artikel 3.
De verzoeken, bedoeld in artikel 2, eerste lid, moeten worden gedaan
vóór 1 April 1952, dan wel, indien de in artikel 1 bedoelde bouw
vergunningen na 31 December 1950 zijn afgegeven, binnen zes maanden
na het verstrijken van het kalenderjaar, waarin de bouwvergunningen
zijn afgegeven.
Artikel 4.
Deze beschikking, welke kan worden aangehaald als „Vierde Uit
voeringsbeschikking Wet Financiering Wederopbouw Publiekrechtelijke
Lichamen", treedt in werking op de dag na die van haar bekendmaking
in do Nederlandse Staatscourant.
De Minister, voornoemd,
P. L1EFTINCK.
(Staatscourant van 4 October 1951, no. 193).
(vervolg zie bladz. 3)
9.10.tl)5t