O.Ö.
1954 n XVII.l
No. 11992
tot het bedrijf, voor de uitoefening waarvan de nieuwe boerderij was
bestemd.
2. Voor zover op de landerijen naar het oordeel van de Directeur-
Generaal van de Landbouw een intensieve cultuur wordt, uitgeoefend,
wordt de in het voorgaande lid bedoelde oppervlakte vermenigvuldigd
met een door de Directeur-Generaal van de Landbouw vast te stellen
coëfficiënt, welke de intensiteit van de cultuur tot uitdrukking brengt.
Do aldus verkregen uitkomst geldt als werkelijke oppervlakte.
Artikel 17.
1. De door de Stiaat toegezegde bijdrage zal worden uitbetaald, nadat
de door de rechthebbende zelf te verschaffen bedragen voor de finan
ciering van de lbouw of het herstel zijn aangewend.
2. De uitbetaling geschiedt naarmate de bouw of het herstel is
gevorderd, te beoordelen door het orgaan.
HOOFDSTUK VII.
Commissie van Advies.
Artikel 18.
De commissie, genoemd in artikel 44 van de Financierings- en Premie
regeling Oorlogsschade Boerderijen (Nederlandse Staatscourant 21 Mei
1952, no. 98) kan de Ministers van Landbouw, Visserij en Voedsel
voorziening en van Wederopbouw en Volkshuisvesting op hun verzoek
of eigener beweging van advies dienen over onderwerpen, welke op de
toepassing van deze beschikking betrekking hebben.
HOOFDSTUK VIII.
Slotbepalingen.
Artikel 19.
Ingeval een aanvrage om een bijdrage, welke door een toekenning is
gevolgd, onjuiste gegevens bevat en geen bijdrage of een geringere
bijdrage zou zijn toegekend, wanneer de aanvrage geen onjuiste gegevens
had bevat, kan het orgaan te .allen tijde de toekenning intrekken, wijzigen
of door een andere toekenning vervangen en al hetgeen reeds door de
rechthebbende is genoten of teveel door hem is genoten onmiddellijk
D Zie XVII.l, nos. 9795/1953 en 11492/1953.
9
20.4.1954
A