1954 Tj XVII.l No. 11992 U.JÖ. 2. Het orgaan kan in bijzondere gevallen, te zijner beoordeling, een aanvrage in 'behandeling nemen, welke na verloop van de in het voor gaande lid genoemde termijn is ingediend. Artikel 11. Indien twee of meer personen met betrekking to.t een zelfde boerderij aanspraak op een bijdrage maken, kan het orgaan vorderen, dat een hunner, behalve voor zich, als gemachtigde van de overige rechthebbende of een derde als gemachtigde van de gezamenlijke rechthebbenden zal optreden. Artikel 12. Het orgaan deelt zijn beslissing op een aanvrage ten spoedigste aan de rechthebbende mede door toezending van een afschrift van zijn desbetreffende beschikking. HOOFDSTUK V. Intrekking of (wijziging van /©ejn bijdrage. Verstrekking vain inlichtingen. Artikel 13. 1. Een toekenning van een bijdrage vervalt, indien naar het oordeel van het orgaan niet binnen drie maanden na de dagtekening van de desbetreffende beschikking met de bouw of het herstel is aangevangen, alsook, indien de bouw of het herstel niet binnen een jaar na de aanvang is voltooid. Het orgaan kan deze termijnen verlengen. 2. Het orgaan kan de toekenning van oen bijdrage intrekken, wijzigen of door een andere toekenning vervangen, indien gebouwd of hersteld wordt in .afwijking van de overeenkomstig artikel 9 ingediende bescheiden. Heeft de rechthebbende vooraf van de afwijking aan het orgaan kennis gegeven, dan zal zijn aanvrage, met inachtneming van de afwijking, opnieuw worden beoordeeld en zal het orgaan van de hem bij dit lid verleende bevoegdheid slechts in overeenstemming met het resultaat van de nieuwe beoordeling gebruik maken. Artikel 14,. 1. Indien na toekenning vlan een bijdrage zonder voorafgaande toe stemming van het orgaan wijziging wordt gebracht in de bestemming van het desbetreffende onroerende goed of een gedeelte daarvan is het voor gaande artikel eveneens van toepassing, tenizij de bijdrage reeds is 7 20.4.1954 4

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - diversen | 1953 | | pagina 394