1954 T» XVII.1 VJ.JD. No. 11992 HOOFDSTUK H. Maximum bouwsom. Artikel 5. 1. Na ontvangst van een aanvrage om toekenning van een bijdrage in verband met de bouw van een vervangende boerderij stelt het orgaan de som vast, welke dient als grondslag voor de omvang van de toe te kennen bijdrage. 2. Ter uitvoering van het voorgaande lid berekent het orgaan het bedrag, hetwelk nodig zou zijn voor de bouw van een boerderij in sobere uitvoering, welke, behoudens het in lid 5 bepaalde, wat aard en gebruiksmogelijkheden betreft, gelijkwaardig kan worden geacht aan de oude boerderij en voldoet aan de in artikel 3, onder b, bedoelde eisen. 3. Indien de oppervlakte der tot het bedrijf behorende landerijen kleiner is dan de oppervlakte grond, waarvoor de oude boerderij geschikt was te achten, dan wel, naar het oordeel van de Directeur-Generaal van de Landbouw, ten gevolge van een wijziging in de aard of de omvang van het bedrijf met een kleinere boerderij zou kunnen worden volstaan, neemt het orgaan, voor zoveel nodig in afwijking van het voorgaande lid, ter uitvoering van het eerste lid tot grondslag de hem door de Directeur-Generaal van de Landbouw verstrekte gegevens over de aard en omvang van het bedrijf en de daartoe behorende landerijen. 4. Bij het maken der in lid 2 of lid 3 bedoelde berekening worden in aanmerking genomen de mogelijke restanten van de oude boerderij of op de bouwplaats aanwezige andere opstallen, voor zover een en ander naar het oordeel van het orgaan kan worden gebruikt. 5. Bij de toepassing van de leden 2 en 3 wordt uitgegaan van een woning zonder spoelplaats, waarvan de inhoud afhankelijk wordt gesteld van de oppervlakte der tot het bedrijf behorende landerijen en de inhoud der woning van de oude boerderij. De inhoud van de eerstbedoelde woning wordt vastgesteld overeenkomstig het bepaalde bij de leden 6 en 7. 6. Met betrekking tot de oppervlakte der landerijen wordt als norm voor de in het vorige lid bedoelde woning aangenomen 315 an3, wanneer de oppervlakte 7 ha of minder is; 340 m3, wanneer de oppervlakte 9,8 ha is; 400 m3, wanneer de oppervlakte 17 ha is; 500 m3, wanneer de oppervlakte 28 ha is; 600 m3, wanneer de oppervlakte 40 ha of meer is. 3 80.4.1954

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - diversen | 1953 | | pagina 390