1954jg XVII.1
No. 11992
Artikel 2.
Ingeval een boerderij, welke naar het oordeel van het orgaan onher
stelbaar beschadigd is, of zodanig beschadigd is, dat voor het herstel
bijzondere kennis en ervaring op het gebied van de boerderijenbouw
nodig of gewenst zijn, wordt vervangen door een nieuwe boerderij,
onderscheidenlijk wordt hersteld, wordt op verzoek van de rechthebbende
overeenkomstig de bepalingen van de volgende hoofdstukken een bijdrage
toegekend.
Artikel 3.
In afwijking van artikel 2 wordt geen bijdrage toegekend, indien:
a. het orgaan? na advies van de Directeur-Generaal van de Landbouw
te hebben ingewonnen, van oordeel is, dat het ingediende plan geen
mogelijkheid biedt voor een landbouwteehnisch verantwoorde bedrijfs
voering;
b. het ingediende plan naar het oordeel van 'het orgaan niet voldoet
aan redelijke eisen in zake: brandveiligheid, hygiëne, verlichting en
luchtverversing.
Artikel 4.
1. Indien het herstel van een herstelbaar beschadigde boerderij niet
valt onder artikel 2, wordt, behoudens toepassing van lid 2 of lid 3,
een bijdrage toegekend overeenkomstig 'het bepaalde in artikel 12 va.n
de wet.
2. Ingeval het herstel van de boerderij uitsluitend of onder meer
bestaat in de bouw van een vervangende woning,, wordt de bijdrage,
voor zover zij op de woning betrekking heeft, berekend overeenkomstig
het bepaalde in artikel 13 van de wet.
3. Ingeval het herstel van de boerderij uitsluitend of onder meer
bestaat in het herstel van het bedrijfsgedeelte wordt op verzoek van
de rechthebbende de bijdrage, voor zover zij op het bedrijfsgedeelte
betrekking heeft, bepaald op het verschil tussen de herstelkosten en
het in artikel 8, lid 1, letter a, bedoelde bedrag, hetwelk de recht
hebbende zelf had moeten verschaffen, indien het bedrijfsgedeelte geheel
verloren was gegaan, doch de woning niet beschadigd was. Is de woning
eveneens beschadigd, dan wordt voor de toepassing van het bepaalde
in de vorige zin als herstelkosten beschouwd dat gedeelte der herstel-
kosten, hetwelk .naar het oordeel van het met de vaststelling van de
bijdrage belaste orgaan geacht moet worden op het bedrijfsgedeelte
betrekking te hebben.
2
20.4.1954