1951 X» III.4 U.H No. 8859 2. Het zal U waarschijnlijk bekend zijn, dat geruime tijd de gedachte heeft voorgezeten de algemene kosten (waaronder i.e. zijn te verstaan die kosten, welke niet rechtstreeks, maar door middel van omslag percentages ten laste van de werken plegen te worden gebracht), welke vallen op door de publiekrechtelijke lichamen zelf verrichte derhalve niet aan derden, zoals ingenieurs- en architectenbureaus opgedragen - werkzaamheden met betrekking tot voorbereiding, aanbesteding, teken werk en toezicht nopens het herstel en de herbouw van getroffen objecten, voor vergoeding in aanmerking te brengen langs de weg van algemeen geldende normen. De onderzoekingen, welke inmiddels zijn verricht om tot vaststelling van dergelijke normen te geraken, hebben, evenwel aangetoond, dat het niet wel mogelijk moet worden geacht in het kader van de Wet Financiering Wederopbouw Publiekrechtelijke Lichamen een bevredigend uniform normenstelsel voor vergoeding dier kosten in het leven te roepen. In verband hiermede moet van het voornemen om tot toekenning van een afzonderlijke normvergoeding over te gaan worden afgezien en zullen de hierbedoelde kosten uiteraard voor zover aanvaardbaar in de krachtens de Wet Financiering Wederopbouw Publiekrechtelijke Lichamen toe te kennen oorlogsschadevergoedingen worden begrepen. Met het oog hierop zullen in den vervolge anders dan in de aanvragen om goedkeuringsbonnen veelal geschiedde de toegepaste omslagpercen tages in de aangiften van voorgenomen herstel (formulier F) en in de aangiften van voorgenomen uitvoering (formulier G) alsmede in de bij deze aangiften behorende gespecificeerde kostenbegrotingen, moeten worden opgenomen. In die gevallen, waarin goedkeuringsbonnen zijn afgegeven, waarbij de opgevoerde algemene kosten buiten beschouwing zijn gelaten, zal het Bureau Financiering Wederopbouw Publiekrechte lijke Lichamen daarmede rekening houden. Daar het mij niet mogelijk is alle publiekrechtelijke en daarmede gelijk gestelde lichamen rechtstreeks te bereiken, moge ik U verzoeken aan de inhoud van dit rondschrijven een zo groot mogelijke bekendheid te geven. De Minister van Financiën, P. LIEFTINCK. 4 10.8.1951

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - diversen | 1953 | | pagina 37