1959 XVII.l
Nr. 18244
van het goed niet in aanmerking komt om er een hoger bedrag van 7,50
per m" gemeten wandoppervlakte aan te besteden, vindt artikel 5 geen
toepassing.
2, In de gevallen, bedoeld in het voorgaande lid, kan de afkoopsom op
verzoek van de rechthebbende, in afwijking van artikel 4, worden gesteld
op het bedrag der geschatte waardevermindering, welke het goed ten
gevolge van de zoutschade heeft ondergaan.
Artikel 7.
De gemeten wandoppervlakte wordt bepaald met inachtneming van
het volgende:
a. de wandoppervlakte wordt van elke geïnundeerde ruimte afzonder
lijk bepaald;
b. een ruimte wordt geacht zich uit te strekken tot de bovenkant van
de naast hoger gelegen vloer;
c. de wandlengte wordt gemeten op vloerhoogte;
d. als wandhoogte wordt gemeten de grootste hoogte, welke het inun
datiewater boven de vloer heeft bereikt;
e. in afwijking van het sub d bepaalde wordt de wandhoogte van de
hoogstgelegen geïnundeerde ruimten gemeten tot 0,7 meter boven de
sub d aangegeven grootste hoogte, doch, ingeval er geen bovengelegen
ruimte is, alleen voor zover daardoor de werkelijke hoogte van de wand,
gerekend tot de buitenkant, niet wordt overschreden;
f. houten wanden worden buiten beschouwing gelaten.
Artikel 8.
1. Uitbetaling van afkoopsommen geschiedt zo spoedig mogelijk na
de vaststelling daarvan door de zorg van de door de Minister van
Financiën aangewezen comptabele.
2. Indien een afkoopsom is aangevraagd voor een pand, dat ten tijde
van de indiening van de aanvrage bij een ander dan de eigenaar in ge
bruik was, kan de rechthebbende geen recht op uitbetaling van de afkoop
som doen gelden dan nadat hij heeft aangetoond, dat hij in verband met
de zoutschade tenminste tot een bedrag, gelijk aan de afkoopsom, voor
zieningen aan het pand heeft getroffen en de kosten daarvan tot ten
minste dat bedrag door het orgaan zijn goedgekeurd.
3. Het tweede lid is niet van toepassing indien de rechthebbende en
de in dat lid bedoelde gebruiker na onderling overleg tot overeenstemming
30.6.1959 3