U.D.
1951 T* III.4
No. 8858
2. De Commissie wijst uit haar leden de voorzitter van elk der bijzon
dere subcommissies aan. Artikel 7, tweede lid, tweede en derde zin, en
derde lid, tweede zin, is van overeenkomstige toepassing.
3. Het Hoofd van het Bureau woont de vergaderingen der bijzondere
subcommissies bij. Hij heeft een raadgevende stem.
4. De bijzondere subcommissies kunnen elk een secretaris aanwijzen.
Artikel 12.
Deze beschikking, welke kan worden aangehaald als „Derde Uitvoe
ringsbeschikking Wet Financiering Wederopbouw Publiekrechtelijke
Lichamen", treedt in werking op de dag na die van haar bekendmaking
in de Nederlandse Staatscourant.
's-Gravenhage, 2 Augustus 1951.
De Minister van Financiën,
P. LIEFTINCK
De Minister va.n Binnenlandse Zaken,
J. H. VAN MAARSEVEEN.
De Minister van Wederopbouw
en Volkshuisvesting,
IN 'T VELD.
(Staatscourant van 7 Augustus 1951, no. 151).
10.8.1951
5