U.D.
1951 III.4
No. 8858
3. De Commissie wijst uit de leden der Subcommissie de voorzitter
aan. Bij afwezigheid van de voorzitter wordt hij vervangen door het lid,
dat daartoe door de Subcommissie wordt aangewezen.
4. Het hoofd van het Bureau woont de vergaderingen der Subcom
missie bij. Hij heeft een raadgevende stem.
•5. De Subcommissie kan een secretaris aanwijzen.
Artikel 8.
De buitengewone leden der Commissie worden in de gelegenheid gesteld
de vergaderingen van de Subcommissie bij te wonen, voor zover met
betrekking tot de gevallen, bedoeld in artikel 9, tweede lid, aangelegen
heden worden behandeld, welke de door hen vertegenwoordigde belangen
in het bijzonder raken. Zij hebben een raadgevende stem.
Artikel 9.
1. De Subcomissie kan door de Commissie worden belast met de voor
bereiding van de werkzaamheden der Commissie.
2. De Subcommissie wordt gehoord over de toekenning van vergoe
dingen ingevolge de Wet in de gevallen, ten aanzien van welke de Com
missie het uitbrengen van het advies aan de Subcommissie heeft opge
dragen en in de overige gevallen, ten aanzien van welke de Commissie
ingevolge artikel 5 niet behoeft te worden gehoord, voor zover een lid
van de Commissie de wens daartoe aan het hoofd van het Bureau te
kennen heeft gegeven.
3. De adviezen van de Subcommissie worden schriftelijk uitgebracht
aan do Minister van Financiën.
Artikel 10.
De belanghebbende ten aanzien van een vergoeding, waarover de Sub
commissie van advies dient, wordt op zijn verzoek door de Subcommissie
gehoord. De Subcommissie kan het horen aan een van haar leden of
plaatsvervangende leden opdragen.
Artikel 11.
1. De Commissie kan uit haar midden bijzondere subcommissies vor
men, aan welke zij de voorbereiding van bepaalde onderdelen van haar
taak ka,n opdragen.
4
10.8.1951