O.B. No. 8858 2. Het hoofd van het Bureau is secretaris der Commissie. 3. De Commissie kan een adjunct-secretaris aanwijzen. Artikel 3. 1. Op voordracht van een niet met de uitvoering der Wet belaste Minister wordt een vertegenwoordiger van die Minister als buitengewoon lid aan de Commissie toegevoegd. 2. Op voordracht van de Gedeputeerde Staten van een provincie wordt een vertegenwoordiger van die provincie als buitengewoon lid aan de Commissie toegevoegd. 3. Voordrachten tot toevoeging van buitengewone leden aan de Com missie moeten worden ingezonden bij de Minister van Financiën. 4. De buitengewone leden worden in de gelegenheid gesteld de ver gaderingen van de Commissie bij te wonen, voorzover aangelegenheden worden behandeld, welke de door hen vertegenwoordigde belangen in het bijzonder raken. Zij hebben een raadgevende stem. Artikel 4. 1. De adviezen van de Commissie worden schriftelijk uitgebracht aan de tot beslissing bevoegde Minister of Ministers. 2. Indien een der leden of buitengewone leden der Commissie, ver tegenwoordigende een Minister, aan de voorzitter der Commissie de wens te kennen geeft, dat omtrent een aangelegenheid, waarover advies is of zal worden uitgebracht, door de daartoe bevoegde Minister of Ministers geen beslissing wordt genomen dan nadat de door hem vertegenwoordigde Minister overleg heeft gepleegd met zijn vorenbedoelde ambtgenoot of ambtgenoten, worden alle ter zake dienende stukken in afwachting van dat overleg in handen van de Minister van Financiën gesteld. Indien het overleg niet binnen veertien dagen, nadat vorenbedoelde wens te kennen is gegeven, aanhangig is gemaakt, behoeft de beslissing niet langer te worden uitgesteld. Artikel 5. 1. De Commissie behoeft niet te worden gehoord over de toekenning van vergoedingen ingevolge I. de artikelen 7, 8 en 13 der Wet in de gevallen a. ten aanzien van welke de vergoeding betrekking heeft op 2 10.8.1951

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - diversen | 1953 | | pagina 30