OFFICIËLE BEKENDMAKINGEN
1953
O.B. No. 11081
XVII.1
SCHADEVERGOEDING VOOR HERBOUW IN HET RAMPGEBIED.
PERSBERICHT van het Ministerie van Wederopbouw en Volkshuis
vesting, Afdeling Voorlichting, van Jujii 1953, no. 32.
Hoewel de Wet op de Watersnoodschade nog niet tot stand gekomen
is en dus .nog niet definitief vaststaat hoe de schadevergoedingsregelingen
voor gebouwd onroerend goed er uit zullen zien, behoeven zij, die met
de voorbereidingen tot herbouw van hun verwoeste panden willen
beginnen, daarmede niet op de wet te wachten. Ten aanzien van de
schadevergoeding zal het Rijk namelijk ook bij herbouw handelen, alsof
de in het Ontwerp van Wet op de Watersnoodschade 1953 voorgestelde
regeling reeds bestaat, met dien verstande uiteraard, dat de toe te
zeggen en later uit te keren schadevergoedingsbedragen het karakter van
een voorschot zullen dragen.
De te verlenen voorschotten zullen hij hefbouw berekend worden op
grond van de in het Ontwerp van Wet voorgestelde regeling. Voor
woningen geldt in deze regeling, dat hij herbouw een schadevergoeding
zal worden uitgekeerd ten bedrage van de goedgekeurde bouwkosten van
de nieuwe woning onder aftrek van 1 voor elk jaar, dat de verwoeste
woning oud was. De maximum aftrek is 40 Voor boerderijen zal de
herbouwfinanciering analoog aan die van de Wet op de Materiële
Oorlogsschaden1) zijn. De voorschotten zullen, evenals de uitkeringen
bij de herbouw-oorlogsschade, in termijnen -afhankelijk van de vorde
ringen van de bouw worden uitbetaald.
Nadere inlichtingen kunnen aan helanghebbenden worden verstrekt
door de Directie van de Wederopbouw e,n de Volkshuisvesting in de
desbetreffende provincies.
1)! Zie Staatsblad 1950, no. K 31.
7.7.1953