O.B.
1953 -n XV1I.1
No. 10948
de getroffene zelf op onoverkomelijke moeilijkheden stuit (b.v. ter
financiering van dat deel van de kosten;,, dat overeenkomt met waarde
vermeerdering wegens verbetering van oud tot nieuw).
Een bijzondere kant van de eredietverlening is, dat van de verplichting
tot betaling van rente en aflossing, wanneer daartoe aanleiding bestaat,
ontheffing kan worden verleend, terwijl de schuld ook geheel of gedeelte
lijk kan worden kwijtgescholden.
Bijzondere gevallen.
Ten slotte kan nog worden vermeld, dat volgens het ontwerp van Wet
de Minister van Financiën de bevoegdheid verkrijgt in bijzondere
gevallen, waarin de bepaling'en, in strijd met de strekking van de wet,
tot onbillijkheid leiden, een bijdrage of een hogere bijdrage, in afwijking
van die bepalingen te verlenen. Dit is in het bijzonder van belang- voor
hen, die reeds oorlogsschade hebben geleden en nu door de watersnood
opnieuw zijn getroffen. De watersnoodschade zal dus zo kunnen worden
afgewikkeld, dat deze dubbel-getroffenen niet ten achter komen bij hen,
die slechts éénmaal getroffen zijn.
Administratie.
Met het doel de administratie centraal te houden, zowel ten, aanzien
van de registratie als ten aanzien van de betaling zijn reeds op 7 Februari
1953 voorlopige Rampschadebureaux ingesteld. De samenstelling en de
positie van deze bureaux worden thans wettelijk geregeld. De taxatie
van dé schade en de vaststelling van de bijdrage zullen echter plaats
vinden onder verantwoordelijkheid van de Ministers, tot wier bemoeiingen
de schade speciaal behoort.
Om voor een bijdrage in aanmerking te komen, dient de rechthebbende
de schade ter registratie aan te melden bij het Hoofd van het voor zijn
woonplaats aangewezen Rampschadebureau. De termijn, waarbinnen deze
aangifte moet geschieden, is ruim gesteld.
Een overzicht van de omvang van de schade en van de raming van de
kosten wordt op de volgende bladzijden gegeven.
OMVANG VAN DE SCHADE EN RAMING VAN DE KOSTEN.
Uiteraard is het nog niet mogelijk de schade nauwkeurig te berekenen.
De cijfers, die hier worden gegeven, rusten echter wel op zo nauwkeurig
mogelijke schattingen.
6
29.5.1953