OFFICIËLE BEKENDMAKINGEN BEHANDELING VAN SCHADE AAN VLAS, GRIEND EN RIET, OESTER- EN MOSSELBANKEN, EENDENKOOIEN EN VISSTAND. (V. en M./W.S. no. 10 J)). 1. Schade aan vlas. De schade toegebracht aan vlas wordt in het algemeen behandeld door de Afdeling- S.E.C. van het Rampschadebureau. Slechts wanneer de gedupeerden uitsluitend teler zijn, geschiedt de behandeling door de Afdeling Landbouwherstel. De vlasschade van vlassers, vlashandelaren, telers-vlassers en telers- handelaren moet dus worden behandeld door de Afdeling S.E.C. Over de grootte van de geleden schade en het ter zake daarvan te verlenen voorschot zal per geval een advies «worden uitgebracht door het Aan- en Verkoopbureau voor Akkerbouwproducten in samenwerking met het Bedrijfschap voor Vlas en Hennep. Dit advies zal door tussenkomst van het Bureau Watersnoodschade van het Commissariaat voor Oorlogsschade worden doorgeleid naar het bevoegde Rampschadebureau onder vermelding van het voorschot, dat kan worgden verleend of bereids door het Centraal Verrekenkantoor is verleend. Het voorschot wordt voorlopig berekend naar rato van 750,per ha gehuurd vlasland. 2. Schade aan griend en riet. Voor de schade aan griend en riet geldt mutatis mutandis hetzelfde als voor de schade aan vlas. Zij wordt derhalve behandeld door de Afdeling S.E.C. van het Rampschadebureau met dien verstande, dat de schade van hen, die uitsluitend teler zijn, zal worden afgedaan door de Afdeling Landbouwherstel. x) De hieraan voorafgaande V. en M./W.S. nos. 3, 5, 7, 8 en 9 zijn uit sluitend van interne aard. Verzending vond alleen plaats aan de betref fende Rampsehadebureaux. 1953 O.B. No. 10765 XVII.1 1 24.3.1953 (Herdruk wegens misstelling)

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - diversen | 1953 | | pagina 284