1953 t» XVII.l
- U.ü
No. 10726
CIRCULAIRE van de Directeur-Generaal van het Verkeer van
19 Februari 1953, Directoraat-Generaal van het Verkeer, no. V-2 043304,
aan de Directies van de belanghebbende petroleummaatschappijen.
Met verwijzing naar hetgeen reeds, deels telefonisch, hieromtrent door
het Rijksbureau Aardolieproducten in overleg met dit Ministerie met
U werd besproken, bericht ik U, dat voor de betaling van de provisorische
bonnen, welke ten behoeve van de hulpverlening bij de watersnood in de
periode van 1 tot en met 10 Februari 1953 bij Uw pomphouders of Uw
handelaren werden ingeleverd ter verkrijging van aardolieproducten, de
volgende regeling zal gelden.
Bij deze regeling is uitgegaan van de bereidverklaring van Uw maat
schappij, bedoelde bonnen, als waren zij credietbonnen, van Uw pomp
houders en handelaren over te nemen ten einde tot een centrale
verrekening te kunnen geraken.
Vooropgesteld zij, dat de regeling alleen betreft provisorische bonnen,
en derhalve niet de credietbonnen, welke door sommige aardolie
maatschappijen worden uitgegeven, en ook niet de voorgedrukte bonnen
van 25 liter benzine, welke door het Nederlandse Rode Kruis zijn uit
gegeven. Van laatstbedoelde bonnen dient de afrekening rechtstreeks te
geschieden met het Nederlandse Rode Kruis.
1. De provisorische bonnen afgegeven in de periode van 1 tot en met
10 Februari 1953 door diverse instanties als de Rijks(hoofd)inspec-
teurs van het Verkeer, Bevrachtingscommissarissen, Burgemeesters,
functionarissen van de Provinciale Waterstaat e.d. worden door Uw
maatschappij ingenomen. Het zou zeer op prijs worden gesteld, indien
'bij deze inname de pomphouders en handelaren de in te leveren
bonnen, indien nodig en voor zover zij kunnen, zouden verduidelijken,
opdat de onmisbare gegevens, nader aangegeven in punt 5, zo volledig
mogelijk worden verschaft.
2. Van de aldus ingenomen bonnen wordt door Uw maatschappij uiter
lijk op 16 Maart e.v. een factuur ten minste in zesvoud met specificatie
en overlegging van bonnen opgemaakt en ingediend bij de Afdeling
Comptabiliteit van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Banka-
straat 151, 's-Gravenhage, welke zich met de betaling heeft belast.
3. Voor de verrekening kan de op de dag van aflevering geldende
verbruikersprijs van de betreffende aardolieproducten in rekening
worden gebracht.
3
17.3.1953