OFFICIËLE BEKENDMAKINGEN
1953
O.B. No. 10665
XYII.l
VOORSCHOTTEN AAN BAKKERS IN HET STORMVLOEDGEBIBD.
(V. en M./W.S. no. 3).
Ten behoeve van de bakkers in het storm vloedgebied, die hun bedrijf
wederom gaan aanvatten, is met de Nederlandse Bakkerij Stichting,
J. P. Coenstraat 6 te 's-Gravenhage, tel. no. 723837, de volgende regeling
getroffen.
In afwijking van hetgeen daaromtrent is voorgeschreven in V.e.M./
W.S. no. I1), kunnen de hoofden van de Rampsphadebureaux aan de
bakkers, die watersnoodschade hebben geleden, ter bekostiging van het
herstel der bakkerijinventaris en de aanschaffing van nieuwe voorraden,
voorschotten verlenen tot ten hoogste SO van het geschatte bedrag
der vervangingswaarde.
Voor zover de voorschotten 40 van het geschatte bedrag der
vervangingswaarde te boven gaan, worden zij voor risico van de Neder
landse Bakkerij Stichting verleend. De eerste 40 is derhalve voor
risico van de Staat en het meerdere voor risico van de Nederlandse
Bakkerij Stichting.
Alvorens echter boven 40 van het geschatte bedrag der vervangings
waarde voorschotten te verlenen, dient het hoofd van het Rampschade
bureau voor elk geval afzonderlijk eerst de instemming van de Neder
landse Bakkerij Stichting te vragen.
Mocht bij de definitieve afrekening blijken, dat het voorschot te hoog
is geweest, dan zal over het teveel, voor zover dit voor rekening van de
Nederlandse Bakkerij Stichting komt, een rente van 4 aan de Staat
verschuldigd zijn.
Als zekerheid voor de getroffen regeling wordt door de Nederlandse
Bakkerij Stichting een cautie, groot 100.000,bij liet Centraal
Yerrekenkantoor gestort.
Indien een voorschot te hoog is geweest, dienen de hoofden der bureaux
van geval tot geval een voorstel tot verrekening met bovenbedoelde cautie
bij het Centraal Yerrekenkantoor in te zenden.
(Voorschriften en Mededelingen van het Commissariaat voor Oorlogs
schade van 23 Februari 1953, W.S. no. 3).
Zie XVU.l, no. 10619/1953.
27.2.1953