U.B.
1953 Tfc XVII.l
No. 10619
De formulieren R.S.-3 c blijven bij het districtsbureau en worden in
de desbetreffende stamdossiers opgeborgen.
Aan verzoeken om overboeking' van de voorschot-bedragen naar een
andere bankinstelling dan de Rotterdamse Bank N.Y., kan niet worden
voldaan.
De uitbetaling moet aan rechthebbende geschieden, endossement is niet
mogelijk.
Aan gedupeerden die nog niet naar het rampgebied kunnen terug
keren, kunnen bij een willekeurig kantoor van de Rotterdamse Bank N.V.
voorschotten op door hen geleden schade worden verstrekt. De verstrek
king van die voorschotten zal uitsluitend geschieden door het Centraal
Verrekenkantoor; daartoe dient door het desbetreffende districtsbureau
het betalingsmandaat (R.S.-3 a tot en met d) ongetekend te worden
gezonden aan het Centraal Verrekenkantoor.
VI. De voorlopige instructie komt hiermede te vervallen.
(Voorschriften en Mededelingen van het Commissariaat voor Oorlogs
schade van 10 Februari 1953, W.S. no. 1).
10
17.2.1953