U.D.
1953 -r, XVII.l
No. 10617
een corresponderende groep in het noodgebied, die op het ogenblik van
aanvang van herstel en herbevolking met lege handen staat. Door dit
rechtstreekse contact ontstaan of worden versterkt de banden van
vriendschap e.n saamhorigheid, die door hen die helpen en hen die
geholpen worden als een diepe en blijvende waarde worden gevoeld. De
verdere gemeentelijke hulpverlening die soms een voortzetting zal
kunnen zijn van hetgeen in de eerste phase van de nood reeds werd
gepresteerd - voegt zich hierbij.
Zo gesteld zou de onderlinge hulpverlening van gemeente tot gemeente,
die uiteraard aan een zekere beperking gebonden is en die zonder enige
nadere bepaling onrealiseerbare verwachtingen zou kunnen wekken, in
het algemeen kunnen omvatten
1. bevordering van initiatieven van de burgerij tot het verlenen van
hulp voor bijzondere behoeften, eventueel door groepen van inge
zetenen aan corresponderende groepen in het noodgebied;
2. personele bijstand door de gemeente van tijdelijke aard (beschikbaar
stelling van technische of administratieve werkploegen), eventueel
als voortzetting van reeds verleende hulp;
3. materiële bijstand van de gemeente in de vorm van beschikbaarstelling
(uitlenen of afstaan) van transportmiddelen,, werktuigen, apparaturen,
schoolbibliotheken, leermiddelen e.d.
Wat straks in concreto zal gebeuren zal afhangen van het overleg
tussen de gemeenten die hulp verlenen en de getroffen gemeenten; van
het potentieel der eersten en de behoeften der laatsten. Onze taak zal
zich, naar wij menen, mogen en moeten beperken tot het leggen van het
verband tussen de gemeenten, die zullen helpen en onderling in een
aantal gevallen reeds streven naar groepsgewijze samenwerking en de
gemeenten in de getroffen gebieden.
Voorshands stellen wij ons tot taak ons inzicht in de behoeften der
noodgebieden nadat wij ons van de huidige stand reeds voorlopig op
de hoogte hebben gesteld te completeren, opdat wij in overeenstemming
met de uitkomst van de bedoelde bespreking, zo nodig mede door een
doelmatige groepering van de helpende gemeenten, in de gelegenheid
zullen zijn het beschikbare potentieel zo goed mogelijk op de behoeften
af te stemmen.
Wij vertrouwen, dat het voorafgaande reeds thans kan strekken tot
verheldering van het inzicht in de wijze van hulpverlening en stellen ons
voor U te dezer zake zo spoedig mogelijk nader te berichten.
Vereniging van Nederlandse Gemeenten,
N. ARKEMA.
17.2.1953 3