OFFICIËLE BEKENDMAKIN6EN
1953 O.B. No. 10565 XVII.l
GELDELIJKE HULPVERLENINGSREGELING TEN BEHOEVE VAN DE
SLACHTOFFERS VAN DE RAMP OP 1 FEBRUARI 1953.
CIRCULAIRE van de Minister van Maatschappelijk Work van
3 Februari 1953, Afdeling Bijzondere Maatschappelijk Zorg, no. 38350,
aan Burgemeester en Wethouders der gemeenten.
Met het Nationaal Rampenfonds, dat de particuliere financiële hulp
verlening coördineert en met welk fonds de Regering ten nauwste samen
werkt, heeft overleg plaats gevonden over het verlenen van noodzakelijke
uitkeringen voor levensonderhoud aan slachtoffers van de ramp, welke
ons land op 1 Februari 1953 heeft getroffen. Als uitvloeisel van dit
overleg machtig ik U evengenoemde slachtoffers,, voor zover deze niet
of onvoldoende in staat zijn om in hun eigen levensonderhoud te voorzien,
voorlopig een uitkering ter voorziening in de kosten van noodzakelijk
levensonderhoud toe te kennen, overeenkomstig de Regeling Hulp
verlening Oorlogsslachtoffers (19401945). De Hoofden van de Bureaux
van mijn Departement in de provincies zullen desgewenst U hierbij van
voorlichting dienen.
Deze geldelijke hulpverleningsregeling ten behoeve van de slachtoffers
van de ramp wordt geacht te zijn ingegaan op 1 Februari j.l.
Waar U door het van toepassing verklaren van deze Regeling' op deze
slachtoffers in staat zijt aan de onmiddellijke dringende geldelijke nood
tegemoet te komen, meen ik er op het ogenblik mede te kunnen volstaan
U met de U geboden mogelijkheid van hulpverlening in kennis te stellen.
Nadere uitvoeringsvoorschriften op de getroffen regeling zullen U
'binnen korte tijd - zodra het inzicht in de omvang en in de verschil
lende aspecten van de te lenigen nood is verkregen worden
toegezonden.
De Minister van Maatschappelijk Werk,
Mr. F. J. F. M. VAN THIEL.
Afschriften ter kennisneming aan
Het Nationaal Rampenfonds;
De Gedeputeerde Staten der onderscheidene provincies.
De Hoofden van de Bureaux van het Departement van Maatschap
pelijk Werk in de provincies.
G. 2.1953