OFFICIËLE BEKENDMAKINGEN
VERHOGING UITKERINGEN INGEVOLGE DE REGELING
0^ HULPVERLENING OORLOGSSLACHTOFFERS (1940-1945).
CIRCULAIRE van de Directeur van de Dienst voor Maatschappelijke
Zorg van 17 October 1951, no. 15, Afdeling M.Z.H., corr. no. 128328,
aan Burgemeester en Wethouders der gemeenten.
(Ter kennisneming aan de Provinciale Inspecteurs).
Hierbij bericht ik U, dat de Minister van Binnenlandse Zaken heeft
bepaald, dat de in de Regeling Hulpverlening Oorlogsslachtoffers
(19401945) -1) onder Hoofdstuk II, sub 6, vermelde minimum en
maximum normale inkomens, ingaande 16 Maart 1951, met 5 worden
verhoogd. Voorts heeft genoemde Bewindsman goedgekeurd, dat, met
ingang van dezelfde datum, de bedragen voorkomende in Hoofdstuk V,
sub 6, onder „Verrekening van inkomsten der inwonende kinderen"
en onder „Verrekening van kostgeld" en Hoofdstuk XII, onder
„Vergoedingen ter bestrijding van kosten van huishoudelijke hulp bij
gehele of gedeeltelijke invaliditeit of ontstentenis van diegene, die
gewoonlijk het huishouden voert" en onder „Vergoeding ter bestrijding
van de kosten van ziekenbezoek" van de Regeling, alsmede de bedragen
^tfenoemd in punt 8 van dezerzijds rondschrijven, houdende voorschriften
qjÊÊJfrichtlijnen nopens de Regeling Hulpverlening Oorlogsslachtoffers
(19401945), eveneens met 5 worden verhoogd.
Mocht in een bijzonder geval een uitkering voor levensonderhoud,
berekend volgens de bepalingen van de Regeling, blijven beneden de
uitkering, welke in een dergelijk geval in Uw gemeente krachtens de
Armenwet zou worden verstrekt, dan kan het minimum normaal inkomen
in dat geval zodanig worden vastgesteld, dat de uitkering op grond
van de Regeling Hulpverlening Oorlogsslachtoffers (19401945) gelijk
is aan die, welke in Uw gemeente krachtens de Armenwet zou worden
verstrekt, met dien verstande, dat het alsdan aan te houden normaal
1951
O.B. No. 9109
XVII.l
3) Zie XVII.3.2, no. 7773/1950.
1
6.11.1951